42 Congolese politiemannen onthoofd, 2 VN-medewerkers vermoord


Helena Coen
29 maart 2017
42 Congolese politiemannen zijn onthoofd door een Congolese militie. Dit is het dodelijkste incident sinds het conflict in de provincie Kasai in de Democratische Republiek Congo begon. Twee VN-medewerkers, die de situatie moesten opvolgen, zijn dood teruggevonden.
Rick Scavetta (CC by-nc-sa 2.0)
Het politiekonvooi ging van Tshikapa naar Kananga en kwam terecht in een hinderlaag van een gewapende groep. 42 politieagenten werden onthoofd. Zes anderen, die de lokale taal Tshiluba spraken, niet.
Het probleem ontstond nadat de lokale chef overleed en opgevolgd werd door zijn zoon Kamwina Nsapu, ook gekend als Jean-Pierre Pandi. De zoon werkte daarvoor in Zuid-Afrika als dokter. ‘Als nieuwe traditionele chef vroeg hij erkenning bij de overheid, maar kreeg die niet,’ zegt Nadia Nsayi van Broederlijk Delen. ‘De overheid had eigenlijk iemand anders op het oog.’
Kort daarna zijn veiligheidstroepen het huis van de chef binnengevallen op zoek naar wapens. ‘Ze hebben zijn vrouw bedreigd en spullen gestolen,’ zegt Nadia Nsayi. Kamwina Nsapu was kwaad en riep zijn aanhangers op om zich tegen de overheid te verzetten. In augustus werd het stamhoofd doodgeschoten door veiligheidstroepen. Zijn volgers zweerden wraak te nemen. ‘Door zijn dood heeft de verzetsbeweging zich uitgebreid en is er geen leider meer om de aanhangers op te roepen tot kalmte.’
200.000 mensen op de vlucht
Sindsdien vallen zijn aanhangers de politie en rivaliserende gemeenschappen aan waarbij beide kanten elkaar beschuldigen van het schenden van mensenrechten. Volgens de Verenigde Naties zijn er al vierhonderd mensen gedood en en zijn er 200.000 mensen op de vlucht.
Er doken al vijf video’s op die tonen hoe Congolese soldaten op de militiegroepen schoten. De VN veroordelen deze acties omdat de twee groepen elkaar met ongelijke kracht bevechten. Het leger van Kabila heeft toegang tot moderne vuurwapens en is goed bewapend. De militiegroepen daarentegen hebben enkel machetes, zelf gemaakte vuurwapens of stokken.
Volgens de Verenigde Naties zijn er al vierhonderd mensen gedood en en zijn er 200.000 mensen op de vlucht.
Dat betekent niet dat de militiegroepen onschuldig zijn. Volgens de BBC bestaan die groepen vooral uit kindsoldaten. Bovendien worden ze in een rapport van de mensenrechtenraad van de VN beschuldigd van het vermoorden van dertig mensen, waaronder ook kinderen, van de naburige provincie Lomami. In datzelfde rapport staat dat het leger al 99 burgers doodde.
De VN rapporteren dat er tussen de tien en zeventien massagraven in Oost- en Centraal Kasai zijn. Broederlijk Delen heeft weet van één massagraf.
In Kabeya Kamuanga bevindt zich een van de landbouwprogramma’s van Broederlijk Delen. In oktober plunderde het Congolese leger daar huizen en staken die vervolgens in brand. Mannen en vrouwen werden gedood, in totaal vielen er 50 doden. De lichamen van burgers en de aanhangers van de overleden chef werden in massagraven gedumpt. ‘Een van die massagraven bevindt zich op de werf van onze partner,’ zegt Nsayi.
Volgens Nadia Nsayi zijn de militiegroepen ook een volksbeweging gestart. ‘We ontkennen niet dat ze geweld gebruiken, maar de militie speelt ook in op de armoede die de Kasai treft. De drie provincies in het centrum van het immense land, zijn altijd al arm en verwaarloosd geweest door de overheid. Dat verklaart waarom de oppositie er populair is. Étienne Tshisekedi, de onlangs overleden oppositieleider, kwam uit de Kasai.’
VN-medewerkers gedood
Eerder deze maand waren ook twee VN-medewerkers vermist geraakt. Michael Sharp (VS) en Zaida Catalan (Zweden) reisden samen met vier Congolezen waaronder Betu Tshintela, hun vertaler, Saac Kabuayi, hun chauffeur en twee andere chauffeurs. De VN-medewerkers onderzochten de video waarop de veiligheidsdiensten honderd burgers neerschoten en volgens The Washington Post ook lichamen verminkten. Gisteren werden de twee, samen met hun Congolese begeleider, dood teruggevonden.
Het is de eerste keer dat VN-medewerkers in de Kasaiprovincies gedood zijn. Het is nog niet duidelijk wie hen kidnapte, de VN onderzoeken de zaak.
Dit geweld is in zekere zin ook gelinkt aan de nationale politieke problemen. President Joseph Kabila, sinds 2001 aan de macht, had normaal eind vorig jaar moeten aftreden, maar weigerde dat. Onder druk van de oppositie heeft hij vervolgens beloofd een regering aan te stellen die geleid wordt door de oppositie en eind dit jaar verkiezingen te organiseren. Van dat plan blijkt niets in huis te komen waardoor het land stuurloos lijkt, terwijl het kampt met enorme problemen, zoals de immense armoede van de bevolking.
De mensen op het platteland van de Kasai zijn Kabila en zijn krachteloze beleid beu. Tijdens protesten tegen Kabila kwamen al twaalf burgers om het leven. In dergelijke omstandigheden kan de moord op een lokale leider door de ordekrachten de vonk worden die een kettingreactie van geweld veroorzaakt. Het lijkt erop dat delen van de Kasai stilaan wegglijden in de chaos en het geweld die andere delen van Congo al vele jaren treffen.