700.000 mensen hebben voedselhulp nodig in Malawi
Charles Mpaka
26 februari 2010
Meer dan 700.000 mensen zullen dit jaar wellicht voedselhulp nodig hebben in Malawi. De oorzaak is ongewone droogte in het zuiden en centrum van het Afrikaanse land. Experts zeggen dat het land te afhankelijk is geworden van maïs.
Maïsboerin Anita Yunus woont al meer dan dertig jaar bij de Mulanjeberg in het zuiden van Malawi. Ze kan zich niet herinneren dat er ooit droogte is geweest in de streek. De laatste kwarteeuw kende Malawi vier grote droogtes, maar telkens bleef de Mulanje gespaard. “Ik weet niet wat voor straf dit is”, zegt de 53-jarige Yunus. “We hebben altijd zeer goede regens gehad, misschien dankzij de berg, maar ik kan niet uitleggen wat er nu aan de hand is.”
Mulanje is een van de grote maïsregio’s van Malawi. Volgens overheidscijfers produceerde de streek vorig jaar een derde van Malawi’s totale maïsoogst van 3,5 miljoen ton. Behalve Mulanje zijn nog zes andere districten in het zuiden en het centrum van het land door droogte getroffen.
Het regenseizoen in Malawi start begin december en loopt tot maart. Maar in de getroffen districten heeft het nog niet of slechts onregelmatig geregend.
Volgens officieuze cijfers is meer dan 30.000 hectare landbouwgebied daardoor getroffen. Tot 120.000 gezinnen, ongeveer 720.000 mensen, zouden voedselhulp nodig kunnen hebben in de streek. De overheid verwacht dat de nationale voedselproductie dit jaar 30 procent lager ligt dan vorig jaar. In het zuiden alleen kan de daling tot 60 procent oplopen.
De regering heeft nu 76 miljoen dollar vrijgemaakt voor voedselhulp. Volgens het ministerie van Financiën moet dat geld naar de aankoop van voedsel voor de getroffen gezinnen gaan.
Genoeg voedsel
Volgens president Bingu wa Mutharika zal Malawi dit jaar nog voldoende produceren om zichzelf te kunnen voeden. Er zal alleen geen overschot zijn om te exporteren.
Yunus, een weduwe, is niet zeker of zij en haar drie kinderen het overleden als ze dit jaar geen maïs oogst. “Dat er genoeg voedsel is voor het land, is iets wat politici zeggen. Ze hebben het over iedereen. Ik heb het over mezelf en over enkele andere gezinnen die ik ken.”
Economieanalist Mavuto Bamusi acht een nationaal overschot mogelijk maar de voedselzekerheid op het niveau van de gezinnen is nog steeds een probleem. Dat komt deels doordat maïs niet gemakkelijk beschikbaar is en sommige gezinnen te arm zijn om het te kopen. “De maïs bevindt zich in de nationale silo’s”, zegt hij. “Veel gezinnen in Malawi hebben niet het hele jaar door voedsel. Daardoor rijst de vraag hoe de regering dit extra budget moet spenderen.”
Afhankelijk van maïs
Victor Mhoni, coördinator van het Civil Society Agriculture Network (Cisanet), zegt dat de droogte Malawi’s afhankelijkheid van maïs heeft benadrukt. “Zolang we onze voedselmand alleen met maïs vullen en blijven vertrouwen op door regen gevoede landbouw, blijven we een kwetsbaar land.”
Mhoni beschuldigt de regering ervan die afhankelijkheid van maïs in stand te houden door landbouwers aan te moedigen maïs te kweken, vooral in gebieden die het ook goed doen in andere gewassen. Een goed voorbeeld is het eiland Likoma in het Malawimeer. Voordat het subsidieprogramma in 2005 van start ging, hingen de mensen daar vooral van maniok af. Nu kweekt het eiland steeds meer maïs, die langzaam maniok verdringt als belangrijkste voedselgewas voor de 10.000 inwoners.