84-jarige voormalige 'troostmeisje' Japanse leger getuigt
Suvendrini Kakuchi
05 augustus 2005
Ze was nog maar 16 toen ze gedwongen werd dienst te nemen in het Japanse leger dat Korea en het grootste deel van de rest van Azië in het begin van de twintigste eeuw bezette. Ik werd verschillende malen per dag verkracht door Japanse soldaten. Ze zeiden me dat ik het land diende, zegt de nu 84-jarige Koreaanse Song Shin Do. In Tokio opende vorig weekend een museum over deze ‘troostmeisjes' van het Japanse leger.
Een kleine wijze vrouw met een scherpe tong is ze, die bewondering afdwong door de onverzettelijkheid waarmee ze elke opeenvolgende tegenslag op de rechtbank doorstond. Mevrouw Song voert immers al tien jaar rechtszaken om de Japanse overheid tot een gemeend excuus te dwingen. Ze is het enige voormalige ‘troostmeisje’ van Koreaanse afkomst dat in Japan woont. Een financiële compensatie heeft ze altijd geweigerd. Maar voor ze sterft had ze zo graag genoegdoening gekregen, en geweten dat wat haar werd aangedaan nooit zal worden herhaald. Want geen enkele vrouw moet ooit nog zo’n leven meemaken, zegt ze.
De Koreaanse was 23 toen ze na het einde van de tweede wereldoorlog samen met een Japanse soldaat in Japan arriveerde. Ze had twee baby’s achtergelaten in China, waar ze gestationeerd was geweest. Ze wist dat ze niet terugkon naar haar conservatieve thuis, waar ze haar zouden verstoten omdat ze een seksslavin was geweest. De Japanner liet haar echter in de steek en Song deed een zelfmoordpoging. Een Koreaanse man hielp haar een eigen inkomen te verwerven, maar vandaag leeft ze van de bijstand.
Japanse soldaten krijgen een mooi pensioen als dank voor hun diensten aan het land. Ik moet van de bijstand leven hoewel ik voor hetzelfde doel thuis werd weggehaald. De discriminatie tegen vrouwen is uiterst onrechtvaardig, zegt ze.
Maar Song is moegestreden nu. De zich steeds maar voortslepende rechtszaken hebben haar uitgeput. Ik ben klaar om het op te geven, zegt ze.
Japan is nog steeds niet geneigd haar en haar lotgenoten de gevraagde verontschuldiging te geven. Integendeel, in de nieuwste Japanse geschiedenisboeken is de verwijzing naar het systeem van troostmeisjes geschrapt, en conservatieve wetenschappers verklaren publiekelijk dat Koreaanse en andere seksslavinnen in werkelijkheid prostituees waren of uit eigen keuze gingen samenwerken met plaatselijke mensensmokkelaars.
Toch hebben de troostmeisjes ook medestanders. Met name China heeft de zaak gebruikt om de Japanse ambities voor een permanente zetel in de VN-Veiligheidsraad te dwarsbomen. Mensenrechtenactivisten van hun kant willen de eis voor een Japanse verontschuldiging ter sprake brengen tijdens de komende VN-Milleniumtop die in september plaatsvindt in New York. En vorig weekend opende in Tokio het Vrouwenmuseum over Oorlog en Vrede met een uitgebreide collectie getuigenissen van voormalige troostmeisjes, maar ook latere mensenrechtenschendingen jegens vrouwen tijdens oorlogen over de hele wereldbol.
Song en haar lotgenoten zijn een krachtig symbool van de manier waarop vrouwen door militarisme werden verkracht, iets wat vandaag nog steeds gebeurt bij conflicten verspreid over de hele wereld, zegt curator Mina Watanabe. Ons museum toont de dringende noodzaak aan betere wetten om geweld jegens vrouwen te bestraffen en een systeem te ontwikkelen dat overheden verplicht zich om de slachtoffers te bekommeren. (ADR)