85 jaar eenzaamheid in Myanmar

Win Tin, politiek dissident en boegbeeld van de strijd tegen de decennialange militaire dictatuur in Myanmar overleed maandag 21 april 2014. Gie Goris haalt herinneringen op aan een ontmoeting vier jaar geleden, toen de dictatuur nog totaal was en een gesprek met Win Tin een veiligheidsrisico.

  • Hantharwadi CC Hantharwadi CC

‘Angst is het grootste probleem van dit land’, zei Win Tin, een van de meest uitgesproken politici van de National League for Democracy, de partij van Aung San Suu Kyi, tijdens ons gesprek in een restaurant op de twintigste verdieping van een hotel in het centrum van Yangon.  Die broeierige zaterdagnamiddag  in juli 2010 bestond de National League for Democracy, de partij die hij samen met Aung San Suu Kyi oprictte in 1988, even niet meer omdat ze weigerde zichzelf te registreren onder de pas goedgekeurde grondwet, waaraan de militaire dictatuur en enkele burgers als waterdragers twaalf jaar geschreven hadden.

Win Tin zat zelf al 19 jaar achter de tralies en vond het daarom onmogelijk om nog toe te geven aan de angst: dat zou al die vorige jaren tot nutteloze jaren maken. Maar dat betekende niet dat de toen 82-jarige politieke activist roekeloos geworden was.

We planden de afspraak op de laatste dag van mijn verblijf, want iedereen vertelde me dat ik na die afspraak ook zelf geschaduwd zou worden -en dus dat elke afspraak nadien een gevaar zou opleveren voor de mensen die met me zouden praten, hoe onschuldig dat gesprek ook zou zijn. Toen Win Tin het gekoelde café met uitzicht op de gouden Sule Pagode binnenstapte, herkende ik hem onmiddellijk: ‘Ik draag altijd een blauw hemd’, had hij aan de telefoon gemeld: het blauwe hemd van de gevangenis, dat hij als een politiek statement bleef dragen.

Hij zette zich en geen halve minuut later nam iemand plaats aan de tafel naast ons. Win Tin veranderderde van stoel, ‘dan moet ik niet tegen het licht in kijken’. Daarmee konden we ook rustig praten zonder dat de buurman zijn neus helemaal tussen de onze in stak. Tijdens de lange babbel stond de buurman zo nu en dan even op, wandelde langs ons heen, ging terug zitten.

‘Wat is het verschil tussen een verblijf in de gevangenis en een leven onder voortdurende bewaking en intimidatie?’, reageerde Win Tin toen ik hem vroeg hoe hij de alomtegenwoordige angst overwon. Het antwoord op die retorische vraag kwam later die avond, toen ik elders in Yangon een jonge monnik ontmoette die actief was in het verzet tegen de dictatuur: ‘De ondervragingsmethodes van de ordediensten.’

Tijdens het gesprek toonde Win Tin zich een gedreven politicus, die de beslissing van Aung Sang Suu Kyi en haar partij, om niet te buigen voor het dictaat van de generaals, verdedigde en bleef hameren op de kleine tekenen van hoop die de dictatuur toen toeliet. ‘Hoop is het enige wat wij tegen de macht van de militairen kunnen stellen’, zei hij. Er onmiddellik aan toe voegend hoe groot en vooral hoe economisch die macht van de dictatuur wel was. En hoezeer China, India en de buren van Zuidoost-Azië net daarom bereid waren de militairen te gedogen en de bewegingen voor democratie en mensenrechten in de kou lieten staan.

Hoe politiek Win Tin ook was, toch hamerde hij er steeds op dat de ambitie van een politieke partij niet moest zijn de macht te verwerven, maar het leven van de burgers te verbeteren. Daarom geloofde hij ook in een toekomst voor de NLD, ook al was het toen allesbehalve zeker dat de beweging opnieuw in de vorm van een partij toegelaten zou worden.

‘We moeten niet enkel het gebrek aan politieke vrijheid bestrijden, maar ook de armoede en de economische ongelijkheid.’ Hij gaf voorbeelden van wat de NLD gedaan -of geprobeerd- had na de verwoestende cycloon Nargis, aan het hiv-aidsprobleem of gewoon aan de plattelandsarmoede. Overigens zag hij sociaal werk niet enkel als caritatief werk, maar ook als politiek vormingswerk vanuit de basis. Hij noemde dat “volkspolitiek”: het voorzichtige vakbondswerk, de pogingen om tot dialoog onder etnische groepen te komen, het ontwikkelingswerk…

Toen we klaar waren, bedankte Win Tin me voor de interesse -‘Wij zijn eenzaam in dit land, de wereld zou meer moeten weten wat er werkelijk binnen de grenzen van Birma gebeurt’- en stelde voor dat hij als eerste buiten zou gaan. De twee “bewakers” die hem overal schaduwden sinds hij in 2008 uit de gevangenis vrij kwam, zouden hem staan opwachten. Hoe hij dat volhield, wilde ik nog weten. De oude man stond al recht: ‘Ik kan niet anders’, zei hij, bijna verontschuldigend. ‘Wie zwijgt, ontloopt zijn verantwoordelijkheid. Wie zwijgt, dooft het zwakke licht dat we nu in de lange nacht van de dictatuur zien schijnen.’

Win Tin heeft gelijk gekregen. De uiterst kwetsbare tekenen van hoop groeiden een jaar later al uit tot echte en ingrijpende veranderingen in het politieke landschap van Myanmar, waarin zijn NLD opnieuw een belangrijke rol kon gaan spelen. Maar hij had ook gelijk wat betreft het belang van de economie, zowel voor de internationale relaties van Myanmar als voor de boeren en stedelingen, die onder een nieuw, maar nog steeds autoritair regime, toch nog steeds tot de armste Aziaten behoren.

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2798   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Over de auteur

Met de steun van

 2798  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.