Afgeslankte ontwikkelingshulp moet nog beter Japanse belangen dienen

Nieuws

Afgeslankte ontwikkelingshulp moet nog beter Japanse belangen dienen

Suvendrini Kakuchi

26 november 2003

Japan is van plan voor het vijfde jaar op rij het mes te zetten in zijn ontwikkelingshulp. De heropbouw van Irak staat centraal in de begroting voor volgend jaar, volgens critici een bewijs dat diplomatieke belangen in de Japanse samenwerking nog zwaarder gaan doorwegen ten nadele van ontwikkeling en armoedebestrijding.

De

Japanse ontwikkelingsbegroting voor het komende fiscaal jaar - dat begint in april - ligt 5,8 procent lager dan dit jaar. Ondanks de gestage daling blijft Japan een grote donor. Tokio gaf het voorbije fiscaal jaar 7,6 miljard euro dollar uit aan ontwikkelingssamenwerking.

Volgens een medewerker van het ministerie van Buitenlandse Zaken die niet genoemd wil worden, hebben de recessie en de toenemende kritiek op het hulpbeleid de regering gedwongen een andere koers te varen. De enige manier om de belastingbetaler te doen instemmen met internationale hulp is strategieën bedenken die duidelijk maken dat het land er voordeel bij heeft.

In augustus maakte het Japanse ministerie van Buitenlandse Zaken een ontwerp voor een nieuw ontwikkelingsbeleid bekend waarin vrede en veiligheid als topprioriteiten naar voren werden geschoven. De steun aan de Amerikaanse strijd tegen het terrorisme is de meest voor de hand liggende invulling daarvan. Japan heeft in oktober op de donorconferentie in Madrid 1,5 miljard dollar toegezegd voor de heropbouw van Irak in 2004. De hulp aan Irak maakt 80 procent uit van het geld dat Japan volgend jaar als zuivere giften zal overmaken aan de ontwikkelingslanden.

Niet iedereen in Japan is blij met die gulheid. Critici wijzen erop dat de Europese Unie maar 260 miljoen dollar voor Irak heeft toegezegd. Ze vinden dat Tokio is gezwicht voor de druk uit Washington. Ik zie geen noodzaak om zo veel uit te trekken voor Irak, zegt Kiyotaka Takahashi, een analist van het Internationaal Vrijwilligerscentrum, een belangrijke niet-gouvernementele organisatie die zich bezig houdt met ontwikkelingssamenwerking. Er is nog geen duidelijke behoefteanalyse gemaakt, en het land verkeert nog in staat van oorlog.

Door mee op te stappen met de VS in de strijd tegen het terrorisme, verslapt de aandacht van de Japanse regering voor hulp die echt op ontwikkeling is gericht, klagen de critici. Voor de aanslagen van 11 september was dat de richting die de Japanse hulp uitging. De politiek gemotiveerde keuze voor Irak gaat ook in tegen recente positieve ontwikkelingen zoals de omvorming van het Japans Internationaal Samenwerkingsagentschap in een onafhankelijke organisatie en de afkondiging van een reeks richtlijnen die Japanse ontwikkelingsprojecten onderwerpen aan milieu- en sociale normen.

Een tweede opvallende beleidskeuze voor 2004 is dat de voordelige leningen die Japan aan China bij wijze van ontwikkelingshulp verstrekt, met een vijfde worden teruggeschroefd. De officiële reden daarvoor zijn de hoge groeicijfers die China de voorbije 10 jaar deed optekenen. Maar de beslissing is misschien ook een reactie op de bemande ruimtevlucht die China vorige maand uitvoerde - niet bepaald een bezigheid die met arme landen geassocieerd wordt.

Dit jaar leende Japan China 10 miljard euro tegen voordelige voorwaarden. Het geld gaat in de eerste plaats naar infrastructuurwerken. Japanse experts oordelen dat China ondanks de indrukwekkende vooruitgang een ontwikkelingsland blijft. China blijft kampen met armoede en met een grote kloof tussen arm en rijk. Daardoor blijft het in aanmerking komen voor hulp, zegt Hiroyuki Ohtaka, een docent internationale relaties van de Universiteit van Keisei. Ohtaka gelooft dat de beslissing om de leningen aan China terug te schroeven een gevolg is van de enorme toezegging aan Irak.

Anticiperend op de verwachte kritiek heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken beloofd dat er niet wordt geraakt aan toezeggingen aan ontwikkelingslanden die al gedaan waren voor volgend jaar. De regering heeft ook gezegd dat het leeuwendeel van de Japanse hulp naar Azië zal blijven gaan. Traditioneel besteedt Japan ongeveer 60 procent van zijn ontwikkelingshulp in de eigen regio.