Afghaanse tv-kijkers kunnen bloederige beelden niet meer zien

Nieuws

Afghaanse tv-kijkers kunnen bloederige beelden niet meer zien

Peter Dhondt

12 januari 2009

Tv-kijkers in heel Afghanistan klagen over de overmaat aan gruwelijke beelden die ze voorgeschoteld krijgen. Volgens Sayed Yaqub Ibrahimi, een Afghaanse verslaggever die voor het Britse Institute for War & Peace Reporting schrijft, woedt er zelfs binnen de Afghaanse regering een controverse over het gebruik van expliciete oorlogsbeelden.

De Afghaanse tv-journaals laten geregeld afgerukte ledematen, bebloede kledingstukken en andere onsmakelijke beelden zien die de talrijke aanslagen in het land opleveren. Maar ook de voorlichtingsfilms van de Afghaanse regering zijn niets voor gevoelige kijkers. Het bloederige beeldmateriaal, dat Afghaanse burgers ervan moet weerhouden bij het verzet te gaan, roept steeds meer weerstand op.
Zelfs het Afghaanse ministerie van Informatie maakt zich zorgen over sommige voorlichtingsfilms. Het heeft de andere ministeries die de uitzendingen maken, gevraagd nieuw beeldmateriaal voor te leggen vooraleer het naar de tv-zenders gaat. De Afghaanse zenders kregen de waarschuwing dat er een verbod komt om de bestaande films nog uit te zenden als er niet geknipt wordt in de gruwelijkste passages.

Ontrading

Maar het ministerie van Informatie dat sommige van de voorlichtingsfilms produceert, zegt dat de harde beelden nodig zijn omdat ze een ontradende werking hebben.
Sommige Afghaanse journalisten hebben vragen bij de interventie van het ministerie van Informatie. Volgens hen komt het alleen de nog op te richten Hoge Raad voor de Media  - met vertegenwoordigers van de regering, het parlement, de journalistenbonden en het middenveld – toe te beslissen wat er wel of niet kan worden uitgezonden in Afghanistan.
Maar andere Afghaanse persmensen vinden dat de overheid wel degelijk zuiniger moet omgaan met gruwelijke beelden. Volgens hen mag het psychologische effect ervan op een bevolking die al meer dan twee decennia in een oorlogssituatie leeft, niet worden onderschat.