'Afrika moet dringend antwoord op klimaatverandering vinden'
Sanjay Suri
21 juni 2005
Afrika dreigt van alle continenten het zwaarst te lijden onder de klimaatverandering. De hulp aan het zwarte continent moet daarmee rekening houden. De Royal Society, een eerbiedwaardige wetenschappelijke instelling in Londen, pleit voor meer wetenschappers en beter onderzoek in Afrika.
De acht grootste industrielanden buigen zich over twee weken in het Schotse Gleneagles over de klimaatverandering en de ontwikkelingsachterstand van Afrika. Maar eigenlijk moet de G8-top die twee problemen samen behandelen, zegt Tim Wheeler van de Royal Society in Londen. De in 1660 opgerichte instelling publiceerde maandag een rapport dat dramatische gevolgen voorspelt voor de landbouw in Afrika als dat continent geen greep krijgt op de gevolgen van de opwarming van de aarde.
De veranderingen die we verwachten, zoals extremere temperaturen en wijzigende regenpatronen, kunnen rampzalige gevolgen hebben voor een continent dat zo sterk afhankelijk is van niet-geïrrigeerde landbouw”, zegt professor Brian Hoskins, een onderzoeker van de Royal Society.
Wetenschappers zijn het erover eens dat Afrika het grootste slachtoffer kan worden van de klimaatverandering, maar door een gebrek aan wetenschappelijk onderzoek blijft het bij vage voorspellingen. Volgens het rapport kan de toenemende concentratie van ozon dicht bij de aardoppervlakte de opbrengst van sommige gewassen tegen 2050 met bijna een derde doen afnemen. Sommige gewassen hebben daar meer onder te lijden dan andere; problemen ontstaan er vooral in landen die niet de middelen hebben om een ideale gewaskeuze te bepalen en alle boeren daarover in te lichten.
Datzelfde geldt voor één van de schaarse positieve gevolgen van het broeikaseffect. Van de hogere concentratie van koolstofdioxide in de atmosfeer gaat een bemestingseffect uit. De laatste gegevens wijzen erop dat dit effect lager zal uitvallen dan verwacht: gewassen als rijst, soja en tarwe kunnen 8 tot 15 procent meer opbrengen. Maar rond dat verschijnsel zijn nog helemaal geen proeven uit in de tropen.
Afrika weet ook zo goed als niets over de invloed die de landbouw uitoefent op het klimaat. Bij sommige landbouwactiviteiten komen bijvoorbeeld methaan en stikstofoxide vrij, twee broeikasgassen. Een uitgekiend landbouwbeleid en de juiste technieken kunnen die schadelijke uitstoot beperken.
De Royal Society, die in april een aantal knappe koppen bijeenbracht om de invloed van de klimaatverandering op Afrika te bespreken, vindt dat er zo snel mogelijk een pool van Afrikaanse wetenschappers moet komen die met het nodige studiewerk kunnen beginnen en dan concrete aanbevelingen kunnen formuleren om de gevolgen van de opwarming van de aarde voor Afrika binnen de perken te houden. Wheeler denkt dat Afrika in de eerste plaats hulp nodig heeft om de nodige wetenschappers te vinden of te vormen. Afrika heeft op dat gebied een achterstand in vergelijken met de andere wereldregio’s.
Volgens Wheeler moet het Afrikaanse klimaatonderzoek in de eerste plaats informatie opleveren die landbouwers beter bestand maken tegen de toekomstige grillen van het klimaat. Een doordacht landbouwbeleid, betere weersvoorspellingen voor de lange termijn, waarschuwingssystemen die boeren helpen zich tijdig voor te bereiden op droogteperiodes en gewasvariëteiten die beter bestand tegen hitte en watergebrek, zijn de prioriteiten.
Als boeren de nodige informatie krijgen, zijn ze niet langer veroordeeld om alleen maar de schade op te meten. Op basis van betrouwbare voorspellingen en tijdige waarschuwingen kunnen ze beslissen hun zaaizaad voor een bepaald plantzeiszoen helemaal niet in te zetten of het met andere gewassen te proberen als de regen dreigt tegen te vallen, of juist meer meststoffen aan te kopen als alle voortekenen gunstig zijn, zegt Wheeler. (PD/MM)