Afrikaanse conflicten leiden tot vluchtelingenrecord

Volgens het rapport zijn vorig jaar wereldwijd 4,3 miljoen mensen op de vlucht geslagen, door conflicten of vervolging. De meerderheid zijn zogenaamde “internally displaced persons” (IDP’s), mensen die binnen hun eigen land op de vlucht zijn.

Wereldwijd staat de teller nu op zo’n 42,5 miljoen vluchtelingen, iets minder dan de 43,7 miljoen vluchtelingen in 2010. Die daling is vooral te danken aan de terugkeer naar huis van vluchtelingen in de Democratische Republiek Congo, Pakistan en Ivoorkust.

In hetzelfde jaar sloegen in andere landen, zoals Ivoorkust, Libië, Soedan en Somalië duizenden mensen op de vlucht. Recent zijn ook tienduizenden mensen op de vlucht geslagen in het noorden van Mali en in de grensstreek tussen Zuid-Soedan en Soedan.

Blijvende vluchtelingen

De UNHCR maakt zich zorgen over het feit dat vluchtelingen steeds minder vaak terugkeren naar hun thuisland. Ze wonen vaak in slechte omstandigheden in kampen of in stedelijke gebieden waar ze geen opleiding op baan kunnen vinden.

Bijna 75 procent van de 10,4 miljoen vluchtelingen die onder het mandaat van de UNHCR vallen, woont al minstens vijf jaar in ballingschap. Dat cijfer houdt geen rekening met de bijna vijf miljoen Palestijnen en hun nakomelingen.

De tweede grootste groep vluchtelingen na de Palestijnen zijn Afghanen. In 2011 leefden 2,7 miljoen Afghaanse vluchtelingen in het buitenland, het overgrote deel in Iran en Pakistan. Iraakse vluchtelingen staan op de derde plaats met 1,4 miljoen, gevolg door Somalië (1,08 miljoen) en Soedan (500.000).

De meeste internationale vluchtelingen belanden in buurlanden en niet in verre bestemmingen zoals westerse landen, zoals vaak wordt aangenomen. De landen die de meeste vluchtelingen opnemen, zijn Pakistan, Iran en Syrië.