Afrikaanse kinderen maken zelf digitale verhalen over aids
IPS
27 januari 2015
Afrikaanse kinderen zonder middelen of digitale ervaring kunnen perfect zelf digitale verhalen over hiv/aids maken. Dat blijkt uit een Fins project. Met de verhalen leren andere jongeren over het delicate thema.
Kinderen uit arme gezinnen zonder technologische ervaring kunnen digital storytelling gebruiken om hun geheime en angsten te delen, zegt Marcus Duveskog.
“De wereld wordt al gauw verdeeld in gameontwerpers en gamegebruikers, maar iedereen kan digitale verhalen maken, ook Afrikaanse jongeren uit een arme omgeving.”
Digital storytelling
Digital storytelling maakt gebruik van verschillende soorten media, zoals tekst, beeld, animatie en geluid.
Duveskog onderzocht welke omstandigheden nodig waren om kinderen daarmee aan de slag te krijgen. “Om verhalen te maken is het van cruciaal belang dat de kinderen de kans krijgen om zich creatief te uiten, zeker bij gevoelige en delicate thema’s als hiv en aids in het gezin. Door actieve ondersteuning te bieden en een sfeer te creëren die vrije expressie mogelijk maakt, konden kinderen zich creatief uiten.”
De Fin, die onlangs op een studie over dit thema promoveerde, werkt al sinds 2002 mee aan projecten in het zuiden van Afrika waarin kinderen en jongeren hun ervaringen met hiv en aids via digitale media delen.
Geen seksuele opvoeding
Hij ontwikkelde het digitaal leerplatform Sura ya ukimwi, Swahili voor “het gezicht van aids”.
In een regio waar het aidsprobleem nog altijd immens is, bieden digitale media een unieke kans, zegt hij. “Er is doorgaans geen seksuele opvoeding op school. En op thema’s die met seks te maken hebben rust nog altijd een groot taboe. Daarom kan een digitale leeromgeving een belangrijk instrument zijn in de strijd tegen hiv/aids.”
Sura ya ukimwi is een leerplatform voor leerlingen van de middelbare school. Die kunnen de verhalen niet alleen op een computer bekijken maar ook op een smartphone.
Hiv zonder fysieke symptomen
Het platform bevat verhalen van mensen die met hiv/aids besmet raakten. Duveskog werkte bij de ontwikkeling van het platform nauw samen met leerlingen van zes verschillende scholen.
Het leerplatform is ontwikkeld voor de Tanzaniaanse regio Iringa. Daar is ruim 15 procent van de bevolking met hiv besmet; in de rest van het land is dat 7 procent.
“Het is nog steeds nodig om jonge mensen te leren hoe hiv wordt (en niet wordt) overgedragen, wat de gevolgen zijn van niet behandelde soa’s, hoe je omgaat met mensen die hiv hebben en hoe je hiv kunt hebben zonder dat fysieke symptomen zichtbaar zijn”, zegt Duveskog.