Afrikaanse leiders steunen Keniaans verzet in Den Haag
01 februari 2011
De Afrikaanse Unie schaart zich achter het voorstel van Kenia om zes verdachten van het verkiezingsgeweld dat in 2008 aan 1200 mensen het leven kostte, nog niet aan het Internationale Strafhof in Den Haag (ICC) uit te leveren.
“De Afrikaanse Unie (AU) steunt lokale oplossingen”, verklaarde AU-jurist Ben Kioko na afloop van een top dit weekend. Hij beklemtoonde dat de Unie blijft strijden tegen straffeloosheid, maar eerst Kenia de kans wil bieden de aanklachten te behandelen binnen het eigen wettelijke systeem.
“Wij Afrikanen zijn niet tegen het ICC, maar wel tegen de manier waarop hoofdaanklager Luis Moreno-Ocampo de zaken leidt”, verklaart Jean Ping, voorzitter van de AU-Commissie.
Concreet wil het ICC vicepremier Uhuru Kenyatta, bondgenoot van president Kibaki, en vijf andere prominenten uit de regering berechten. Er kwam pas een eind aan het geweld dat volgde op de betwiste verkiezingen in december 2007 nadat president Kibaki een akkoord sloot met zijn uitdager Raila Odinga, die eerste minister werd.
Een jaar uitstel
Omdat er geen schot kwam in de zaak, ging Ocampo zelf het geweld onderzoeken. Hij vroeg de uitlevering van zes prominente figuren. Dat was niet naar de zin van het Keniaanse parlement, dat een stemming hield om de samenwerking tussen Kenia en het Internationale Strafhof te verbreken.
Het land zocht in de aanloop van deze AU-top actief steun bij andere Afrikaanse landen om bij de VN-Veiligheidsraad uitstel te krijgen van 12 maanden voor de zaken bij het ICC. Volgens de Keniaanse vicepresident Kalonzo Musyoka wil zijn land een onafhankelijk orgaan instellen om de zaak te bestuderen.