Afrikaanse vrijhandelszone kan Zuid-Zuidsamenwerking in de hand werken
Louise Redvers
29 juni 2011
Experts hopen dat het Afrikaanse plan om 26 landen te verenigen in een vrijhandelszone van Cairo tot aan de Kaap, ook de belangrijke handelsrelaties met China, India en Brazilië kan verbeteren.
De ‘Tripartite Vrijhandelszone’ (T-FTA) moet de lidstaten van drie bestaande en gedeeltelijk overlappende regionale handelsakkoorden aan elkaar klinken: de Zuidelijk Afrikaanse Ontwikkelingsorganisatie (SADC), de Oost-Afrikaanse Gemeenschap (EAC) en de Gemeenschappelijke Markt voor Oost- en Zuidelijk Afrika. Het initiatief wil de regionale integratie versterken en moet ooit leiden tot een Afrikaans handelsblok dat het kan opnemen tegen de gevestigde regionale handelsverbanden in Europa, Azië en de Amerika’s.
BRIC-landen
Het duurt waarschijnlijk nog jaren vooraleer de T-FTA werkelijkheid is, maar nu al wordt er nagedacht over de effecten ervan op de positie van Afrika in de internationale handel, en vooral op de snel groeiende relaties met de opkomende economieën. Zuid-Afrika, de sterkste economie op het Afrikaanse continent, zag zijn uitvoer naar Brazilië, Rusland, India en China (de zogenaamde BRIC-landen) tussen 2006 en 2010 bijvoorbeeld verviervoudigen, terwijl de import uit die vier landen verdubbelde.
Volgens de Zuid-Afrikaanse minister van Handel en Industrie, Rob Davies, zal de T-FTA de kwaliteit van de relaties tussen de Afrikaanse landen en de opkomende economieën verbeteren. “De BRIC-landen zien de economische integratie van Afrika als een belangrijke ontwikkeling. Maar dat is ook voor ons het geval. We willen weg van de rol als leverancier van grondstoffen; we willen in staat zijn producten met toegevoegde waarde te exporteren.”
“We willen ook principes als wederzijdse voordelen en wederkerigheid een plaats zien krijgen in de commerciële betrekkingen tussen Afrika en de opkomende economieën, en tot een meer evenwichtige handelsrelatie komen.” Volgens minister Davies zal dat beter lukken als Afrika kan onderhandelen als een handelsblok met 600 miljoen inwoners en een gezamenlijk bruto binnenlands product van ongeveer 2000 miljard euro.
Importvervanging
Simon Freemantle, een analist van de Zuid-Afrikaanse Standard Bank, verwacht geen onmiddellijke effecten, vooral omdat het volgens hem zeker tien jaar kan duren voordat de T-FTA operationeel wordt. Maar op lange termijn gelooft hij ook dat de toenemende economische integratie en een betere regionale infrastructuur Afrikaanse landen kunnen helpen competitiever te worden, vooral in de verwerkende nijverheid.
“Veel van de goederen die we importeren uit China en India zijn goedkope industrieproducten die wij hier nu niet kunnen maken. Maar er is een grote markt voor, en als de toegang daartoe verbeterd worden door een verlaging van de invoerheffingen en meer regionale integratie, dan is er geen reden waarom wij die producten niet in Afrika zouden kunnen maken in plaats van ze te importeren.”
Buitenlandse investeerders kunnen volgens Davies ook mee profiteren van de verbetering van de Afrikaanse infrastructuur en de toenemende integratie. “We zouden meer Aziatische bedrijven kunnen aantrekken die willen inspelen op de bestaande handelsrelaties van Afrika met andere regio’s.” Zo werken er nu al Aziatische textielproducenten vanuit Swaziland en Lesotho, omdat die landen via de African Growth and Opportunity Act (AGOA) preferentiële markttoegang hebben tot de VS.
Niet voor morgen
Lyal White, de directeur van het Centrum voor Dynamische Markten aan de Universiteit van Pretoria, betwijfelt of de Afrikaanse politiek klaar is voor een grote vrijhandelszone. Maar ook hij gelooft dat de relaties tussen Afrika en de opkomende economieën er wel bij zouden varen. “Het zou de BRIC-landen kunnen aansporen Afrika meer als een geheel te benaderen, vooral dan op het vlak van infrastructuurprojecten. Afrika zou op die manier bijvoorbeeld meer Chinese investeringen kunnen aantrekken voor de bouw van wegen tussen verschillende landen, in plaats van alleen de wegen binnen afzonderlijke landen te verbeteren.”
White en Freemantle zijn het erover eens dat er nog veel werk voor de boeg is. “We hebben al een aantal vrijhandelszones in Afrika, en veel elementen daarvan werken nog niet”, zegt White. “Ik denk dat we eerst de problemen binnen die regionale groepen moeten oplossen voordat we beginnen met de discussies over afspraken die voor het hele continent gelden. We moeten beginnen met de slechte staat van de wegen en grensposten. We moeten de mentaliteit op het terrein veranderen, eerder dan te vertrouwen op akkoorden op het hoogste niveau.”