Al twee maanden onrust in Braziliaans Amazonegebied

Nieuws

Al twee maanden onrust in Braziliaans Amazonegebied

Mario Osava

17 mei 2011

In het Braziliaanse Amazonegebied doen zich al twee maanden rellen en stakingen voor. Arbeiders van megaprojecten klagen de werkomstandigheden aan. De bouw van een grote waterkrachtcentrale ligt al weken stil.

De rellen begonnen op 15 maart bij de Jirau-dam, een van de twee grote waterkrachtcentrales die in aanbouw zijn op de Madeira-rivier in de Amazonedeelstaat Rondônia. Vijftig bussen en andere voertuigen werden in brand gestoken. Ook de gebouwen waar de arbeiders verbleven, gingen in vlammen op.

De vakbondsleiders en het aannemersconsortium konden nadien wel tot een akkoord komen maar de situatie is nog steeds niet genormaliseerd. De meeste arbeiders komen uit verafgelegen gebieden en kunnen pas opnieuw aan de slag als ze weer logies hebben. Er zijn ook duizenden ontslagen aangekondigd.
Bovendien ontketende het felle protest bij de Jirau-dam een reeks stakingen bij andere grote projecten, hoofdzakelijk in het noorden en noordoosten, de armste regio’s van het land. Het gaat om energiecentrales, havens, een petroleumraffinaderij en petrochemisch complex, samen goed voor tienduizenden arbeiders. Ook daar werken de arbeiders vaak op afgelegen plaatsen.

In maart legden ongeveer 160.000 arbeiders het werk neer, volgens gegevens van de overheid die op 12 mei zijn bekendgemaakt.

Protest in andere waterkrachtcentrale

De uitbarsting aan de Jirau-dam komt doordat duizenden arbeiders “daar vast zitten in slechte omstandigheden en autoritair behandeld worden”, zegt José Dari Krein, directeur van het Centrum voor Syndicale Studies van de Staatsuniversiteit van Campina.

Vóór het conflict waren 22.000 mensen aan de slag aan de waterkrachtcentrale.
Bij de bouw van de andere waterkrachtcentrale op de Madeira, in Santo Antonio, op 120 kilometer van Jirau, kwam het vorig jaar al tot hevig protest. Toen werden 35 bussen vernield en lag het werk dagenlang stil. Net zoals in Jirau werd het vuur aan de lont gestoken toen een arbeider brutaal werd behandeld.

Suikerrietkappers in Guariba

Het protest doet denken aan de staking van de suikerrietkappers in 1984. In Guariba, op 350 kilometer van São Paulo, werden toen openbare gebouwen en een supermarkt geplunderd en auto’s en suikerrietinstallaties in brand gestoken. De politie trad hard op. Ook toen ging het om arbeiders uit andere delen van Brazilië, die ernstig uitgebuit werden.

De druk om veel suikerriet te produceren was groot. Als gevolg van de hoge olieprijzen had de Braziliaanse regering midden jaren zeventig besloten petroleum door ethanol te vervangen. Dat veroorzaakte een versnelde expansie van de suikerrietproductie, en daarmee samenhangend een versnelde migratie van arbeiders.

Iets gelijkaardigs gebeurt nu met de grote infrastructuur- en woonprojecten, die voorrang hebben gekregen in het Programma voor de Versnelling van de Groei van de regering-Rousseff. De bouwsector groeide vorig jaar met 11 procent, het aantal mensen dat in de sector werkt, groeide zelfs met 17 procent.

Net in die bouwsector zijn de arbeidsverhoudingen precair, wat nog verscherpt wordt door een zwakke syndicale organisatie. In de sector is er “een grotere graad van agressie dan in andere, beter gestructureerde categorieën”, zegt Krein.

Ook het personeelsverloop is enorm. Vorig jaar werd 2,4 miljoen arbeiders aangenomen en 2,2 miljoen arbeiders ontslagen.