Alle ogen gericht op Brussel en Genève
Patricia Grogg
08 april 2003
De oppositie in Cuba reageert geschokt op de zware straffen die de afgelopen dagen werden uitgesproken tegen een 30-tal Cubaanse dissidenten. Ze vragen dat de Verenigde Naties Cuba streng veroordelen en dat de Europese Unie Cuba weert uit het Verdrag van Cotonou.
Volgens de Cubaanse Commissie voor de Mensenrechten en de Nationale Verzoening, een oppositiegroep die tot dusver getolereerd leek te worden door de regering,
werden maandag meer dan 30 mensen veroordeeld tot gevangenisstraffen van 10 tot 20 jaar. Het gros van de processen, die donderdag begonnen, zou daarmee achter de rug zijn. In totaal stonden 78 opposanten, journalisten en vakbondsmensen en andere dissidenten terecht.
De zware celstraffen tegen de Cubaanse dissidenten en journalisten werden uitgesproken op een moment dat de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties in Genève aan haar jaarvergadering bezig is. Dat hoge VN-orgaan heeft (met uitzondering van 1998) het afgelopen decennium elk jaar resoluties gestemd die Havana een gebrek aan respect voor de mensenrechten verwijt. De resolutie van 2002 was één van de minst strenge. Volgens Havana zijn de resoluties het resultaat van druk uit Washington, die de Mensenrechtencommissie zou gebruiken voor politieke doeleinden.
Uruguay, Costa Rica en Peru zijn naar Genève vertrokken met een ontwerpresolutie die in diplomatieke kringen als mild omschreven wordt. De tekst vraagt dat de Cubaanse leider Fidel Castro Christine Chanet, de persoonlijke vertegenwoordiger van de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten, in Havana achter de schermen laat kijken. Chanet heeft een mandaat gekregen om de mensenrechten op Cuba te evalueren.
Volgens verschillende Cubaanse diplomaten komt die resolutie er nu zeker en mag Castro zich aan een nog strengere veroordeling verwachten. De oppositie in Cuba ziet de veroordelingen als het bewijs dat de Cubaanse regering zich niets aantrekt van Genève of van het akkoord van Cotonou. Dat akkoord tussen de Europese Unie en de voormalige Europese kolonies in Afrika, de Cariben en de Stille Zuidzee zou Cuba een voorkeursbehandeling geven inzake handel, ontwikkelingssamenwerking en politieke samenwerking.
Een officieel standpunt heeft de Europese Unie nog niet ingenomen, maar een Europese diplomaat in Havana wijst erop dat het akkoord een democratische clausule bevat die de ondertekenaars verbindt tot respect voor de fundamentele vrijheden.
Elizardo Sánchez, de leider van Cubaanse Commissie voor de Mensenrechten en de Nationale Verzoening, vreest dat er in Havana mensen zijn die naar niets of niemand luisteren. Robert Menard, de secretaris-generaal van Reporters sans Frontières, herhaalde zijn oproep aan de Europese Unie om de Cubaanse aanvraag voor opname in het Verdrag van Cotonou te verwerpen.
Oswaldo Payá, de voortrekker van het Varela-project voor politiek pluralisme en politieke hervormingen noemt het monsterlijk dat zulke zware straffen werden uitgesproken tegen mensen die gewoon hun mening verkondigen.
De oppositieleden die terechtstonden, werden vorige maand opgepakt en beschuldigd van samenzwering met de Amerikaanse Belangensectie (de officieuze ambassade in Havana) om de regering-Castro te destabiliseren.
De zwaarste straf die tot dusver werd uitgesproken was die tegen Héctor Palacios van de oppositiegroep Todos Unidos. Tegen hem werd levenslang geëist, maar hij kreeg uiteindelijk 25 jaar. De onafhankelijke journalist Raúl Rivero - die ervan beschuldigd werd te werken voor het subversieve Franse persagentschap RSF - kreeg vorige week vrijdag 20 jaar, net als de liberale economiste Martha Beatriz Roque. Osvaldo Alfonso Valdés van de Liberaal Democratische Partij kreeg 18 jaar.