Alles rustig op steenworp van moordhoofdstad van de wereld
Daniela Pastrana en Aprille Muscara
21 maart 2011
In het Amerikaanse El Paso gaan de alarmbellen af: er zijn de voorbije twee maanden zes moorden gepleegd, meer dan de vijf moorden in heel 2010. Maar net over de grens met Mexico, in Ciudad Juárez, werden vorig jaar 3111 mensen vermoord, en iedereen verwacht dat het cijfer dit jaar nog zal stijgen. Vanwaar dat grote verschil?
Volgens een computermodel van een onderzoeker van de Autonome Universiteit van Ciudad Juárez zullen er bij ongewijzigd beleid dit jaar 5000 mensen vermoord worden in de Mexicaanse grensstad. De drugskartels van Juárez en Sinaloa leveren er strijd met elkaar en met de ordediensten om de controle te behouden over de smokkelroutes naar de VS.
Waarom is Ciudad Juárez, de “moordhoofdstad van de wereld”, zo gevaarlijk terwijl El Paso, een steenworp verderop aan de overkant van de Rio Grande, een van de veiligste grootsteden van de VS is? De mensen in Ciudad Juárez hebben een eenvoudige verklaring voor. “Mensen kunnen hier doen wat ze willen. In de VS word je gearresteerd”, zegt de Mexicaanse journaliste Josefina Martínez.
Oppermachtige maffia
De Mexicaanse drugskartels hebben de voorbije decennia veel smokkelroutes overgenomen die vroeger in handen waren van de Colombiaanse kartels. Ze hebben ook steeds meer greep op de productie en distributie van marihuana en spelen een steeds grotere rol in de handel in synthetische drugs. Daardoor zijn ze steeds rijker en dus ook machtiger geworden. De voorbije jaren, en vooral sinds de Mexicaanse president Felipe Calderón in 2007 het leger in de strijd wierp tegen de drugsmaffia, leidde dat tot extreem geweld in Mexico. De afgelopen vier jaar zijn er in Mexico 35.000 mensen gestorven in incidenten die verband houden met de drugshandel.
“Het geweldprobleem in Mexico wordt veroorzaakt door de zwakheid van de staat”, zegt Samuel González Ruiz, de voormalige hoofdaanklager van een speciale eenheid van het Mexicaanse gerecht die zich bezighoudt met de georganiseerde misdaad. “Alle regeringen moeten illegale markten op een of andere manier ‘beheren’, zij het door iets te ondernemen of net niets te doen. Het fundamentele verschil is dat ambtenaren en gezagsdragers in Mexico relatief vrij zijn om betrokken te raken bij corruptie, terwijl andere landen de naleving van de wet afdwingen.”
“Denk aan een grote tuin”, zegt González Ruiz. “In de Amerikaanse tuin zijn in elke hoek drugs te vinden, maar geregeld worden de struiken gesnoeid en het gras gemaaid. Landen als Mexico hebben een verlaten en verwilderde tuin, en de wortels van de struiken groeien tot onder het huis, waar ze uiteindelijk ook de fundamenten bedreigen.”
Worst case
De drugskartels hebben geen belang bij geweld in de VS: oorlog voeren waar je klanten zitten, is geen goede verkoopstrategie. Bovendien is het drugsgeweld dat nu in Mexico woedt, niet gericht tegen buitenlanders. De meeste slachtoffers vallen bij confrontaties tussen rivaliserende bendes. “Dat het geweld naar de VS overslaat, is een worst case scenario waar we ver van verwijderd zijn”, schrijft David Shirk, een kenner van de relaties tussen de VS en Mexico, in een rapport dat eerder deze week werd gepubliceerd.
Volgens Shirk hebben de VS er met hun massale investeringen in grensbewaking ook het nodige aan gedaan om te vermijden dat het geweld overslaat. Vorig jaar zetten de VS 23.000 manschappen in om de 3200 kilometer lange grens met Mexico te bewaken; ze investeerden ook ruim 17 miljard dollar (12 miljard euro) in de grensbewaking.
De Amerikaanse ordediensten treden ook forser op tegen geweld dat uitgaat van misdaadorganisaties en drugshandelaars. Bij operatie Project Southern Tempest werden tussen december vorig jaar en februari van dit jaar bijvoorbeeld bijna 700 mensen opgepakt bij razzia’s in 168 Amerikaanse steden. De Immigration and Customs Enforcement (ICE) die de acties coördineerde, gaat ervan uit dat de helft van de arrestanten banden heeft met de Mexicaanse drugskartels.
Wapenleverancier
Toch is Shirk van oordeel dat de VS rechtreeks mee verantwoordelijk zijn voor het geweld in Mexico. De VS zijn immers “ ‘s werelds grootste drugsconsument en de grootste leverancier van vuurwapens aan Mexico.” Aanvalsgeweren als de AK-47 en de AR-15 worden legaal vanuit Europa in de VS ingevoerd, en dan illegaal naar Mexico getransporteerd. Volgens een rapport uit 2009 van het Government Accountability Office, de onderzoekseenheid van het Amerikaanse parlement, was ongeveer 87 procent van de wapens die de afgelopen vijf jaar door de Mexicaanse ordediensten in beslag werden genomen en getraceerd konden worden, afkomstig uit de VS.
Tijdens een bezoek van president Calderón aan Washington op 3 maart, beloofde de Amerikaanse president Barack Obama de samenwerking met Mexico te verdiepen en de “stroom van wapens en geld naar het zuiden” aan te pakken. Maar Obama noch Pastrana plaatsten kanttekeningen bij het Merida-initiatief, de Amerikaanse strategie die onder president George W. Bush werd opgezet om Mexico en Centraal-Amerika met veel geld en militaire steun te helpen bij de bestrijding van de drugssmokkel.
Critici stellen dat het Merida-initiatief het geweld alleen in de hand werkt; volgens hen moeten de VS in de eerste plaats zoeken naar alternatieve en meer doeltreffende methoden om het drugsgebruik in eigen land in te perken. Gebruikers en handelaars opsluiten is daarvoor volgens de critici duidelijk niet voldoende.