Europees enthousiasme daalt in Balkan
Joren Gettemans
01 januari 1970
Anti-Europese gevoelens zitten in de lift in verschillende Balkanlanden, die een toetreding tot de Europese Unie jarenlang bovenaan hun politieke lijstje staan hadden. De aanhoudende economische malaise, falende strijd tegen de corruptie en een politieke impasse liggen aan de basis.
“De belofte van een toetreding is niet langer aantrekkelijk”, zegt Servisch economisch analist Misa Brkic. Recente enquêtes in het land tonen aan dat de steun voor een EU-lidsmaatschap voor het eerst in meer dan tien jaar gedaald is onder de 60 procent.
“De mensen worden echt nerveus en de overheid blijft onverschillig”, zegt Brkic. “De bevolking wil werk, sociale zekerheid en verbeteringen op alle vlakken. Maar ze zien die niet in de nabije toekomst.”
Werkloosheid
Op 12 februari zag Servië de grootste politieke betoging sinds de val van Slobodan Milosevic in 2000. Meer dan 55.000 demonstranten gingen de straat op onder leiding van de Servische Progressieve Partij om sociale veranderingen te vragen, waaronder meer werkgelegenheid, sociale ondersteuning voor de armen en een einde aan de corruptie.
Servië, een land met 7,4 miljoen inwoners, verloor zo’n 400.000 banen sinds het begin van de crisis in 2008. In totaal 750.000 mensen zijn werkloos. Het reële gemiddelde inkomen is gedaald van 500 tot 300 dollar.
Kroatische scheepswerven
In buurland Kroatië, een land met 4,4 miljoen inwoners, is de situatie vergelijkbaar. Kroatië staat het dichtst bij een EU-lidmaatschap, dat er al eind volgend jaar kan komen. Een recente enquête onder de Kroaten toont aan dat de steun voor dat lidmaatschap gedaald is tot 49,4
procent, het laagste cijfer ooit. Amper een kwart van de respondenten ziet een lidmaatschap als een positieve stap.
“De regering wil de mensen ervan overtuigen dat EU-lidmaatschap meteen het einde van al hun problemen zal betekenen”, zegt analist Zarko Modric. “Dat werkt niet in het echte leven, nu 350.000 mensen werkloos zijn en 70.000 wel werk hebben, maar al maanden niet betaald zijn. Als de overheid zegt dat ‘er nog meer inspanningen nodig zijn’, dan denken de mensen meteen ‘meer en meer banenverlies’ in al moeilijke tijden.”
Om het toetredingsproces af te ronden, moet Kroatië onder meer vijf scheepswerven sluiten of privatiseren. Bij de werven werken meer dan vijftienduizend Kroaten, die nog eens twintigduizend familieleden onderhouden.
Ook corruptie is een probleem. Voormalig eerste minister Ivo Sanader werd gearresteerd in Oostenrijk op verdenking van een miljoenenfraude waarbij Oostenrijkse en Kroatische banken betrokken waren. Ook twee andere voormalige eerste ministers moeten terechtstaan voor corruptiebeschuldigingen.
Buurlanden
Een derde land in de regio, Bosnië-Herzegovina, stelt de plannen om EU-lid te worden even uit. Het land is er sinds de verkiezingen in oktober niet in geslaagd om een centrale regering te vormen. De impasse is het resultaat van rivaliteit tussen de Bosnische gemeenschap en de
Servische enclave. Zonder centrale regering die het hele land internationaal kan vertegenwoordigen, is er geen mogelijkheid om de EU-gesprekken te doen vorderen.
Ook Albanië en Kosovo verkeren in crisis. In Albanië weigert de oppositie de uitslagen van de parlementsverkiezingen van juni 2009 te erkennen. Bij schermutselingen vorige maand kwamen vier mensen om. In Kosovo slaagde Hashim Thaci er maar net in om een regering te vormen. Hij blijft de belangrijkste politicus, maar wordt in een rapport van EU-parlementslid Dick Marty in verband gebracht met de georganiseerde misdaad en orgaansmokkel.