Amerikaans hooggerechtshof geeft ter dood veroordeelden meer juridische ruimte

Nieuws

Amerikaans hooggerechtshof geeft ter dood veroordeelden meer juridische ruimte

Mark Weisenmiller

23 juni 2006

Het Amerikaanse Hooggerechtshof heeft recent twee uitspraken gedaan die het moeilijker maken om gevangenen te executeren. Een gevangene maakte met succes bezwaar tegen zijn executiemethode via dodelijke injectie, en de mogelijkheid om een veroordeling aan te vechten op grond van later gevonden dna-materiaal is verruimd.

Groeperingen die zich inzetten voor ter dood veroordeelden, zijn blij met de uitspraken. In het eerste geval betekent het dat er meer manieren zijn om de doodstraf aan te vechten. De uitspraak over het dna-materiaal kan helpen het aantal onschuldig ter dood veroordeelden te verminderen. Volgens het Innocence Project zijn al 180 gedetineerden op death row vrijgesproken omdat uit dna-materiaal bleek dat ze onschuldig waren.

Op 12 juni oordeelde het hof dat de executie van Clarence Edward Hill, een gevangene op death row in Florida, niet door mag gaan. Hill kreeg in januari al uitstel van executie, omdat hij het Hooggerechtshof had gevraagd de uitkomsten van een onderzoek uit 2005 te overwegen. Volgens dat onderzoek, dat werd gepubliceerd in het Britse medische tijdschrift The Lancet, zouden veel ter dood veroordeelden vreselijk pijn lijden als gevolg van de injectie met dodelijke chemicaliën. Het uitstel in januari kwam enkele minuten voor de geplande executie van Hill. Hij lag al vastgebonden en er waren injectiebuisjes ingebracht in zijn armen.

Hill is veroordeeld voor de moord op een politieagent in 1982. Gouverneur Jeb Bush van Florida tekende zijn doodvonnis in november 2005. In Florida zitten ruim zo’n 370 mensen op death row. De afgelopen vijf jaar werden negen executies uitgevoerd.

De uitspraak van vorige week is nog geen verzekering dat Hill blijft leven. De staat kan Hill met een alternatieve injectieprocedure wel executeren. Volgens rechter Anthony Kennedy kan Hill een lagere rechtbank vragen om zijn claim te beoordelen dat de pijn die door een dodelijke injectie wordt veroorzaakt, een schending van zijn burgerrechten is.

“Het is mogelijk dat staten die dodelijke injectie toestaan, inclusief Florida, een andere cocktail van chemicaliën samenstellen. Een combinatie die minder pijn veroorzaakt”, zegt Christopher Slobogin, strafrechtgeleerde aan de Universiteit van Florida.

Bij dodelijke injectie worden drie chemicaliën gebruikt. De eerste stof zorgt ervoor dat de gedetineerde bewusteloos raakt, de tweede stof verlamt de spieren en het derde middel veroorzaakt een hartstilstand. Volgens mensenrechtenorganisaties en advocaten kunnen de tweede en derde stap erg veel pijn veroorzaken, als bij de eerste stap fouten worden gemaakt. Ooggetuigen beweren dat dergelijke fouten geregeld worden gemaakt.

De rechter stelde dat zijn uitspraak niet automatisch betekent dat alle toekomstige executies via deze injecties met succes aangevochten kunnen worden. “Zowel de staat als de gedetineerden hebben belang bij een tijdelijke uitspraak.”

Juridische experts denken dat de uitspraak van beperkte betekenis is. “Hill heeft zijn doodstraf niet aangevochten, maar alleen de wrede manier waarop die zou worden toegepast”, zegt juridisch adviseur George Kendall van advocatenkantoor Holland and Knight. “Het zou mij verbazen als Florida nu de handdoek in de ring gooit en de straf van Hill omzet in levenslang.”

Waarschijnlijker is dat Florida en de 36 andere staten die dodelijke injecties toedienen, de samenstelling van de cocktail wijzigingen. “Een terugkeer naar de elektrische stoel lijkt me onwaarschijnlijk, omdat het er steeds meer op begint te lijken dat die methode ongrondwettelijk was”, zegt Kendall.

Mensenrechtengroeperingen geloven echter dat de VS langzaam opschuiven in de richting van de afschaffing van de doodstraf. “Er komen barsten in de mythe dat dodelijke injectie een humane methode zou zijn”, zegt Sergio D’Elia, secretaris van de organisatie Hands Off Cain in Italië.

De tweede uitspraak van het Hooggerechtshof kan ter dood veroordeelden helpen hun onschuld te bewijzen. In dit geval ging het om Paul Gregory House, die ter dood veroordeeld was voor verkrachting en moord in Tennessee. Dna-materiaal dat na de veroordeling boven water kwam, riep echter serieuze twijfel op over de betrokkenheid van House bij de misdaden. House wilde heropening van zijn zaak, maar de arrondissementsrechtbank weigerde dat. Het Hooggerechtshof stelde de gedetineerde echter in het gelijk. (JS/PD)