Amerikaanse luchtaanvallen krijgen steun in Pakistan
Ashfaq Yusufzai
03 januari 2011
Officieel blijft Pakistan gekant tegen de aanvallen met onbemande vliegtuigjes die de VS uitvoeren in het grensgebied tussen Afghanistan en Pakistan. Maar heel wat bewoners van de onherbergzame streken zijn blij met de constante druk op Al Qaeda en de taliban.
Vorig jaar lanceerden de VS 112 aanvallen met onbemande vliegtuigjes op doelwitten in het westen van Pakistan, een ruime verdubbeling in vergelijking met 2009. Op 17 december kwamen bij drie van die acties ongeveer zestig mensen om, volgens de VS waarschijnlijk strijders van islamistische organisaties. Maar op 28 december riep het Pakistaanse parlement de Amerikanen nog eens op de aanvallen onmiddellijk stop te zetten. De Pakistaanse volksvertegenwoordigers vinden dat de operaties de soevereiniteit van hun land schenden. Ze maken zich ook zorgen over de burgerslachtoffers die al herhaaldelijk vielen.
Populair
In de grensgebieden wordt daar anders over gedacht. “De aanvallen met onbemande vliegtuigjes zijn behoorlijk populair geworden onder de plaatselijke bevolking, omdat ze gericht zijn en er minder kans bestaat dat er onschuldige mensen omkomen”, zegt Jehangir Alam, een docent politieke wetenschappen aan de staatsuniversiteit van Mardan. Mardan is één van de 24 districten van de provincie Khyber Pakhtunkhwa, die grenst aan Afghanistan. De inwoners van de grensgebieden hebben meer angst voor de veel minder nauwkeurige aanvallen van de Pakistaanse luchtmacht.
“De mensen hier zijn erg tevreden”, zegt ook Hameed Akhtar, een journalist uit Miramshah in Noord-Waziristan. Noord-Waziristan is het belangrijkste bastion van de islamistische opstandelingen in het grensgebied, en de Amerikanen richtten vorig jaar het merendeel van hun onbemande aanvallen tegen dat gebied. “De militanten slapen niet meer uit schrik voor de aanvallen. Ze zijn altijd op de loop. De vliegtuigjes hangen elke dag in de lucht en vuren raketten af als ze een doelwit vinden.”
De Amerikanen begonnen de onbemande vliegtuigjes in 2004 in te zetten tegen talibanleiders en topmensen van Al Qaeda in Pakistan. Tot hiertoe zijn er zeker 215 aanvallen uitvoerd in Zuid- en Noord-Waziristan, Khyber Agency en Bajaur Agency. Dat zijn allemaal delen van de Federaal Bestuurde Stamgebieden in het grensgebied, onherbergzame streken waar de Pakistaanse overheid weinig te zeggen heeft. Veel talibanstrijders en hun bondgenoten van Al Qaeda uit Afghanistan zochten er toevlucht nadat de VS hen in 2001 van de macht hadden verdreven in Afghanistan.
Controversieel
“De lijst van successen die de Amerikanen hebben behaald met hun onbemande vliegtuigjes is lang en indrukwekkend,” zegt Taza Gul, een docent uit Bannu in de provincie Khyber Pakhtunkhwa. “De mensen zijn voor de aanvallen omdat ze Al Qaeda en de taliban precies treffen.” In 2005 slaagden de VS er in met een van de aanvallen Abu Hamza Al Baseer uit te schakelen, de nummer 3 van Al-Qaeda. Sinds 2007 voeren de Amerikanen het aantal aanvallen gestaag op. Dat is controversieel omdat Pakistan er officieel niet mee instemt en omdat er soms burgerslachtoffers vallen.
In Bannu leven veel vluchtelingen uit Zuid-Waziristan. Ongeveer 100.000 mensen moesten het gebied verlaten door het oorlogsgeweld tussen islamistische militanten en het Pakistaanse leger. “De VS moeten hun aanvallen opvoeren om de taliban zo snel mogelijk uit te schakelen, zodat wij naar huis kunnen terugkeren”, zegt Shah Wali, een winkelier uit Zuid-Waziristan.
“We vinden de onbemande aanvallen goed omdat ze op één dag zestig militanten kunnen uitschakelen”, zegt Javid Khan, een student uit Miramshah. “De regeringstroepen hebben de taliban de voorbije zes jaar niet klein gekregen.”
Pakistan heeft de VS al herhaaldelijk om de nodige technologie gevraagd om zelf luchtaanvallen tegen opstandelingen in afgelegen gebieden te kunnen uitvoeren, maar daar geeft de machtige bondgenoot geen gevolg aan. Experts gaan ervan uit dat de Pakistaanse inlichtingendiensten de Afghaanse taliban nog altijd de hand boven het hoofd houden.