Amerikaanse regeringsdocumenten werpen nieuw licht op repressie
Marcela Valente
28 augustus 2002
Familieleden van slachtoffers van de
Argentijnse dictatuur onder generaal Jorge Videla (1976-1983) vragen dat het
Amerikaanse ministerie van Defensie en de inlichtingendienst CIA hun
documenten over deze periode vrijgeven. Vorige week declassificeerde het
Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken al rapporten waarin de
militaire machthebbers van destijds bijzonder openhartig zijn over de
repressie van de politieke oppositie. Nieuwe documenten bevatten mogelijk
belangrijke aanwijzingen voor het onderzoek naar vermiste politieke
gevangenen en de illegale adoptie van hun kinderen.
Vorige week stuurde het Amerikaanse State Department kopieën van 4.677
archiefstukken naar zijn ambassade in Buenos Aires. In de rapporten getuigen
militaire bevelhebbers de buitenrechtelijke executie van politieke
tegenstanders en de samenwerking met andere Latijns-Amerikaanse dictaturen
in het kader van het zogenaamde Plan Condor. Het Centro de Estudios
Legales y Sociales (CELS), de Madres de Plaza de Mayo en de Abuelas de Plaza
de Mayo hadden het op een persconferentie in de Argentijnse hoofdstad over
een triomf , maar drongen tegelijk aan op de declassificatie van
gelijkaardige documenten bij het Pentagon en de CIA.
Volgens het CELS spreekt uit de documenten een ongelofelijke contradictie
vanwege de militaire junta. Die heeft de repressie in het openbaar steeds
ontkend maar legde in de briefwisseling met de Amerikaanse ambassade in
detail uit hoe politieke tegenstanders uit de weg werden geruimd. Estela
Carloto van de Abuelas (grootmoeders) de Plaza de Mayo zei er niet aan te
twijfelen dat de Verenigde Staten deelnamen aan het repressieve apparaat
van de dictatuur.
Carloto moest wel toegeven dat de VS blijkbaar ook actie hadden ondernomen
na rapporten van familieleden van verdwenen slachtoffers. Uit de documenten
blijkt dat de militaire machtsgreep in 1976 werd beschouwd als de meest
beschaafde en best uitgevoerde in de geschiedenis van het land en dat
generaal Videla als gematigd werd gezien. De VS hadden geen probleem met
de harde aanpak van linkse guerrillero’s maar wist ook dat de militaire
junta veel verder ging en ook verwanten en kennissen van verzetsstrijders
liet verdwijnen.
Videla en de generaals werden halfweg de jaren tachtig veroordeeld voor
mensenrechtenschendingen maar kregen onder Carlos Menem (1989-1999) een
presidentieel pardon. Videla staat sindsdien onder huisarrest omdat tegen
hem een onderzoek loopt in verband met de illegale adoptie van kinderen van
uit de weg geruimde opposanten. Naar schatting 500 baby’s groeiden op onder
een valse naam in vreemde gezinnen. Organisaties als CELS houden zich bezig
met het opsporen van deze levende vermisten.
De organisaties zeiden dinsdag dat ze de indruk hebben dat de documenten in
Washington werden geselecteerd en dat niet alle informatie werd
vrijgegeven. Daarom willen de mensenrechtenactivisten nu ook de documenten
van het CIA en het Pentagon in handen krijgen. Het is duidelijk dat
bewindslieden in de regering van president Carter (1977-1981) een einde
wilden maken aan de mensenrechtenschendingen in Argentinië, maar dat in het
militaire apparaat ook veel sympathie was voor de aanpak van de Argentijnse
collega’s, zei CELS-voorzitter Horacio Verbitsky. Eerder kregen Chili, El
Salvador en Guatemala documenten van het Pentagon en de CIA, zij het met
paragrafen, zinnen en namen die onleesbaar waren gemaakt.
Tot slot beklaagde Carmen Lapacó van de Madres de Plaza de Mayo zich over
het gebrek aan politieke wil bij de Argentijnse regering om militaire
archieven uit de tijd van de dictatuur vrij te geven. We zijn er zeker van
dat er ergens zwaarbewaakte documenten liggen waar over iedereen informatie
te vinden is. We verwachten geen bordjes met wegwijzers, maar het is de taak
van de overheid op zoek te gaan naar de documenten, zo luidde het.