Annan roept op tot creatie van wereldwijde migratieorganisatie

Nieuws

Annan roept op tot creatie van wereldwijde migratieorganisatie

Peter Deselaers

23 november 2003

VN-secretaris-generaal Kofi Annan lanceerde vrijdag in New York een oproep voor een wereldwijde aanpak van de migratieproblemen. Er moet een Wereldmigratieorganisatie komen die de stijgende migratiestromen binnen goede banen kan leiden, zegt Annan.

Een hele reeks instellingen bestudeert de internationale migratiestromen en de oorzaken die eraan ten grondslag liggen. Maar hun bevoegdheden en competenties zijn te gefragmenteerd, zo luidde de analyse op een lezing aan de universiteit van Columbia in New York. “Er is op international niveau nog steeds geen wettelijk kader om de rechten van migranten te verdedigen,” zo verklaarde Kofi Annan.

Jagdish Bhagwati, economieprofessor aan de Columbia Universiteit, steunt de oproep van Annan. De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), een intergouvernementeel orgaan dat meer dan honderd lidstaten telt, is de enige instelling buiten de VN die de migratieproblematiek binnen een mondiaal kader bestudeert. De IOM werkt samen met de VN via de Geneva Migration Group, die verder bestaat uit de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, de Internationale Arbeidsorganisatie en de VN-conferentie over Handel en Ontwikkeling (Unctad) en de VN-Commissaris voor de Mensenrechten.

“De agentschappen, organisaties en conventies over migratie zijn te gefragmenteerd,” zegt Bhagwati. Hij is voorstander van de oprichting van een Wereld Migratie Organisatie (WMO), naar analogie met de Wereldhandelsorganisatie (WHO). De WMO zou echter niet meteen regels moeten beginnen opleggen. “Als je begint met normen op te leggen, heb je meteen afgedaan” bij nationale regeringen, waarschuwt Bhagwati. De taak van de WMO moet in de eerste plaats zijn om “systematische, coherente en onpartijdige informatie te verstrekken aan thuislanden en gastlanden, aan migranten en de ngo’s, vergelijkbaar met de rapporten van de Wereldhandelsorganisatie.

“Een systematische verspreiding van kennis zou al een groot verschil maken,” meent Bhagwati. Het zou ngo’s en regeringen in staat stellen om de migratiepolitiek van individuele landen te vergelijken en te evalueren op objectieve basis.

Drie procent van de wereldbevolking - 175 miljoen mensen – woonden in 2000 buiten hun geboorteland. Ongeveer 16 miljoen daarvan waren vluchtelingen en ongeveer een miljoen asielzoekers dienden een aanvraag om politiek asiel in.

Zolang enkel de thuislanden de internationale conventie over de bescherming van de rechten van migranten en hun families hebben goedgekeurd, zal dat verdrag weinig effect hebben op de behandeling van migranten. “Op dit moment profiteren de rijke landen van een internationaal juridisch kader dat hen in staat stelt om profijt te halen uit immigratiearbeid maar die immigranten een waardigheid van een wettelijke erkenning miskent,” zegt Annan.

Annan verwacht niet dat Wereld Migratie Organisatie er nog komt binnen zijn ambtstermijn (die eindigt in 2006). Maar hij is enthousiast over een initiatief van Zweden en Zwitserland om een migratiecommissie op te richten die alle aspecten van de problematiek in kaart te brengen en aanbevelingen te doen voor wereldwijde samenwerkingsverbanden. De commissie begint in januari 2004 aan haar opdracht en stelt haar rapport voor in de zomer van 2005. Ze zal voorgezeten worden door Jan Karlsson, de voormalige minister van migratie van Zweden en Mamphela Ramphele, uitvoerend directeur van de Wereldbank.