"Arabische lente kan leiden tot Afrikaanse droogte"
A.D. McKenzie
29 mei 2011
Ontwikkelingsexperts vrezen dat de miljardensteun die de Groep van Acht (G8) heeft toegezegd aan Noord-Afrika, ten koste zal gaan van de hulp aan de rest van Afrika.
Tijdens de tweedaagse G8-top die vrijdag eindigde in Deauville (Frankrijk), zegden de G8-leiders miljarden dollars steun toe aan Tunesië en Egypte. Ook andere landen in de regio kunnen rekenen op steun als ze democratische hervormingen doorvoeren.
Niet-gouvernementele organisaties verwelkomen de toezeggingen, maar ze geven aan dat er veel meer gedaan moet worden voor de armsten op het continent. De G8 moet in het verleden gedane beloften aan Afrika nakomen, vinden zij.
“Tijdens de top in Gleneagles in 2005, hebben de G8-landen 25 miljard dollar aan Afrika beloofd voor 2010. Het is nu 2011 en 40 procent van het geld is niet uitgekeerd”, zegt Guillaume Grosso, de Franse directeur van de anti-armoedegroep ONE.
“De G8-landen zijn hun beloften niet nagekomen en er is geen nieuwe toezegging gedaan. Dat is reden tot zorg”, zegt hij. “Er is geen geld beschikbaar gesteld om de Millenniumdoelen te halen voor 2015.”
Honger
Grosso zegt dat het goed is dat de G8 “voor het eerst democratie en vrijheid omarmen”, maar de wereldleiders moeten Afrika ten zuiden van de Sahara niet vergeten. “De Arabische lente kan een Afrikaanse zomerdroogte inluiden”, zegt hij. “Het budget ontwikkelingshulp staat onder zware druk. Verschillende landen hebben fondsen bevroren of bezuinigen op ontwikkelingshulp.”
Voorafgaand aan de top, wezen ngo’s erop dat Italië en enkele andere G8-landen hun beloften niet zijn nagekomen. Groot-Brittannië is het enige G8-lid dat zich aan zijn toezeggingen hield en de Britse premier David Cameron drong er bij zijn collega’s op aan het Britse voorbeeld te volgen.
Hoewel de economieën van sommige Afrikaanse landen snel groeien, lijden er nog 300 miljoen mensen honger in Afrika, volgens Afrika Monitor, een pan-Afrikaanse nonprofitorganisatie.
Veel activisten en parlementariërs uit tientallen landen riepen in Deauville op om aandacht te besteden aan de ontwikkeling van vrouwen en meisjes. Gelijktijdig met de top in Deauville lanceerde de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, in Parijs een Unesco-initatief gericht op onderwijs aan meisjes.
De G8 besloot niet over te gaan tot het kwijtschelden van de buitenlandse schuld van Tunesië, iets wat sommige waarnemers hadden verwacht. De Franse president Nicolas Sarkozy, die de top voorzat, verklaarde tegenover journalisten dat die keuze gemaakt is omdat er “veel landen zijn die armer zijn dan Tunesië” die ook hulp nodig hebben.
Van de minst ontwikkelde landen in de wereld liggen er 33 in Afrika. Veel van die landen zijn voormalige Franse koloniën.