Argentijnse legertop wil gratie juntaleden herroepen
Marcela Valente
16 juni 2005
De Argentijnse legerleider Roberto Bendini wil dat het pardon voor militairen die tijdens de dictatuur wreedheden begingen, wordt herroepen. Dat zei hij gisteren (woensdag) in reactie op een uitspraak van het Argentijnse Hooggerechtshof. Dat besloot eerder deze week dat de amnestiewetten die in de jaren tachtig werden aangenomen, ongrondwettelijk zijn.
Herroeping van het pardon gaat een stap verder dan de uitspraak van het hof. Bendini zei dat het noodzakelijk is om de verantwoordelijken voor de grove mensenrechtenschendingen van het Argentijnse militaire regime (1976 – 1983) te berechten en veroordelen. Het zou onacceptabel zijn dat lagere officieren veroordeeld worden, terwijl de hoge officieren, die de grootste verantwoordelijkheid hadden, vrijuit gaan, aldus Bendini.
Oud-legerleiders als Jorge Videla en Eduardo Massera werden wel degelijk vervolgd voor het ontvoeren van baby’s en jonge kinderen van politieke gevangenen, een veelvoorkomende praktijk tijdens de dictatuur, en zaten een paar jaar in de cel. De amnestiewetten waren op die praktijken immers niet van toepassing. Maar ex-president Carlos Menem (1989 – 1999) verleende hen later gratie.
Volgens Bendini zal de recente uitspraak van het Hooggerechtshof niet leiden tot commotie in het leger, iets wat sommige analisten voorspellen. Hij wees erop dat gedurende de afgelopen jaren al enkele zaken heropend zijn en dat er 89 arrestatiebevelen uitgingen voor leden van het leger. Volgens hem leidde dat nauwelijks tot incidenten of commotie. De uitspraak van het Hooggerechtshof kan leiden tot heropening van rechtszaken tegen leden van de junta en hun handlangers. Naar verwachting zullen de komende maanden tenminste vijfhonderd, hoofdzakelijke gepensioneerde leden van het leger en de politie opgeroepen worden om te getuigen.
Alleen justitie kan ervoor zorgen dat we de erfenis van de jaren zeventig laten rusten, zei Bendini, die vorig jaar op verzoek van president Néstor Kirchner het portret van oud-dictator Videla verwijderde uit de galerij van oud-legerleiders van de militaire academie.
Oud-legerleider generaal Martín Balza noemde de uitspraak van het Hooggerechtshof exemplarisch, maar ook hij zei dat hij nog steeds wacht op herroeping van de pardons, of op een verklaring dat ze ongrondwettelijk zijn. Balza is momenteel Argentijns ambassadeur in Colombia. In de jaren negentig verontschuldigde hij zich voor de rol die het leger gespeeld had tijdens de ‘Vuile Oorlog’ in zijn land. Hij zei destijds dat niemand gedwongen kan worden om immorele bevelen op te volgen.
Volgens Balza hebben de amnestiewetten en graties bijgedragen aan een klimaat van straffeloosheid. Dat klimaat zal blijven bestaan zolang die mechanismen niet opgeheven worden, aldus Balza. Lagere rechtbanken hebben de pardons al ongrondwettelijk verklaard, maar die uitspraken werden tot nu toe niet gevolgd door het Hooggerechtshof. De uitspraak van dinsdag doet echter vermoeden dat dit binnenkort kan veranderen.
President Kirchner reageerde verheugd op het besluit van het Hooggerechtshof deze week, maar hij zweeg over de pardons. Kabinetschef Alberto Fernández verklaarde nooit met Kirchner te hebben gesproken over die kwestie.
Juridische deskundigen achten het niet onwaarschijnlijk dat de controversiële pardons inderdaad herroepen worden. Dezelfde argumenten die gebruikt zijn om de amnestiewetten ongrondwettelijk te verklaren, zijn ook toepasbaar op de pardonregeling, zei oud-minister van Justitie Ricardo Gil Lavedra. Ook Víctor Abramovich, directeur van het Centrum voor Juridische en Sociale Studies (CELS) en sinds kort lid van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten, verwacht dat de gevolgen van de uitspraak niet beperkt zullen blijven tot de amnestiewetten. Er is een juridisch precedent geschapen dat het mogelijk maakt ook actie te ondernemen tegen de pardons.
De vervolgingen van mensenrechtenschenders in Argentinië begonnen in 1985 met berechtingen van voormalige juntaleden, waarvan sommige tot levenslange gevangenisstraffen werden veroordeeld. Later volgden ook aanklachten tegen duizenden lagere officieren van de veiligheidstroepen. Die acties zorgden voor hevige weerstand in het leger en veel onrust in de nog prille democratie in Argentinië. Onder die druk wist de regering van de toenmalige president Raúl Alfonsín de twee amnestiewetten door het Congres te krijgen. De voormalige legerleiders en enkele linkse guerrillaleiders kregen in 1990 gratie.
Oud-president Menem, die destijds verantwoordelijk was voor de pardons, zei dat hij het besluit van het Hooggerechtshof accepteert. Ook met het eventuele terugdraaien van de pardons zou hij geen moeite hebben, voegde hij daaraan toe. Ik heb destijds geprobeerd om de vrede te bewaren. We zullen nu zien wat er gebeurt, zei hij raadselachtig. (JS/ADR)