Argentijnse officieren mishandelden eigen soldaten op Falklands
Marcela Valente
05 april 2012
Argentijnse Falklandveteranen zeggen dat ze zwaar mishandeld zijn door hun eigen officieren. Ze willen de misbruiken laten erkennen als misdaden tegen de menselijkheid.
“We waren de laatste collectieve slachtoffers van de militaire dictatuur”, zegt Ernesto Alonso van het Centrum voor Oud-strijders van de Malvinas (de Spaanse naam voor Falklands) in de stad La Plata.
Meerdere getuigenissen hebben het over zware mishandeling van soldaten, meestal burgers die hun dienstplicht deden, door Argentijnse officieren tijdens de Falklandoorlog. Er is onder meer sprake van dood door verhongering en bevriezing, straffen zoals onderdompeling in ijskoud water, nepexecuties en seksueel misbruik.
Misdaden tegen de menselijkheid
“Vele jaren kon men er niet over praten maar nu dient zich een kans aan”, zegt Alonso. Hij heeft goede hoop dat het Hooggerechtshof een einde zal maken aan de straffeloosheid. Het Hooggerechtshof kan deze misbruiken erkennen als misdaden tegen de menselijkheid.
Nu lopen al rechtszaken voor mensenrechtenschendingen tegen militaire verantwoordelijken voor ontvoeringen, folteringen en verdwijningen. Wat op de Malvinas gebeurd is, past in dat rijtje, zegt Alonso. “Ze werden uitgevoerd door dezelfde mensen.”
Er worden tachtig officieren beschuldigd. Sommige zitten al in de cel voor mensenrechtenschendingen tijdens de dictatuur maar de meeste zijn nog op vrije voeten.
Niet verjaard
Het dictatoriale regime (1976-1983) besliste op 2 april 1982 de Falklands, die sinds 1833 door Groot-Brittannië waren bezet, binnen te vallen. De Falklandoorlog eindigde op 14 juni met de overgave van de Argentijnen. De oorlog had aan 900 soldaten het leven gekost, onder wie 650 Argentijnen.
Een twintigtal veteraren diende in 2007 klacht in voor de mishandelingen. De rechter besliste dat het om misdaden tegen de menselijkheid ging en dat ze daarom niet konden verjaren. De beklaagden gingen in beroep.
De cassatierechtbank vonniste dat misdaden tijdens een oorlog door een militaire rechtbank beoordeeld moeten worden en dat de feiten van de Falklandoorlog ondertussen verjaard zijn. Aan de vooravond van de dertigste verjaardag van de oorlog gingen 120 veteraren hiertegen in beroep bij het Hooggerechtshof.
Steun van Adolfo Pérez Esquivel
Het Hooggerechtshof verklaarde de zaak al ontvankelijk. Maar wanneer het een uitspraak zal doen, is niet duidelijk. Een vaste termijn is er niet in dit soort zaken.
Als de veteranen gelijk krijgen, verwachten ze veel meer klachten van soldaten die nooit hebben durven te praten.
De klacht van veteranen kreeg alvast de steun van mensenrechtenactivist en Nobelprijswinnaar Adolfo Pérez Esquivel. Hij is voorzitter van de Provinciale Commissie voor de Herinnering, een onafhankelijke instelling die in 1999 in het leven is geroepen door het provinciaal parlement van Buenos Aires.