Argentinië vindt nog steeds resten van vermisten dictatuur

Nieuws

Argentinië vindt nog steeds resten van vermisten dictatuur

Marcela Valente

05 juni 2012

Nog steeds worden in Argentinië resten gevonden van mensen die tijdens de dictatuur (1976-1983) zijn verdwenen. Ze waren clandestien begraven of in zee geworpen.

“Met al die terugkerende emoties was het een zeer ingrijpende ervaring om het lichaam van mijn vader terug te krijgen, maar de balans is positief”, zegt Sandra Márquez, dochter van Damián Márquez. De voormalige provinciesenator was ontvoerd in 1977.

Na bijna 35 jaar zijn diens resten en die van veertien andere slachtoffers gevonden in het militaire kamp Arsenales Miguel de Azcuénaga in de noordoostelijke provincie Tucumán. Daar hadden de militaire regeringen een clandestien detentiecentrum.
In maart slaagde een humanitaire organisatie, het Argentijnse Team voor Forensische Antropologie (EAAF), erin de beenderen van drie personen te identificeren, waaronder die van de ex-senator.

Verbrande lichamen

In de vijf graven in Arsenales zijn ook fragmenten van beenderen en resten van kleding en verbrande banden gevonden. “Er waren vijftien volledige botten en duizenden botfragmenten die men duidelijk heeft proberen te verbranden, waardoor het vandaag moeilijk is om er DNA-stalen voor identificatie uit te halen”, zegt EAAF-coördinator Cecilia Ayerdi.

Cruciaal bij het onderzoek was de getuigenis van voormalig politieagent Omar Torres. Die had zelf gezien hoe ex-generaal Antonio Domingo Bussi gevangenen fusilleerde in Arsenales. Volgens Torres arriveerde de generaal om middernacht samen met andere officieren. Er waren kuilen gegraven van vier meter breed en twee meter diep. De gevangenen moesten geblinddoekt knielen naast de kuilen en kregen een kogel in het hoofd. Vervolgens werden de lichamen verbrand met behulp van hout en autobanden.
De getuigenis komt overeen met wat de experten hebben gevonden.

In Río de la Plata gegooid

Bussi werd na de terugkeer van de democratie uit het leger gezet en veroordeeld maar kreeg vervolgens amnestie en slaagde er zelfs in provinciegouverneur te worden van 1995 tot 1999. In 2008 werd hij veroordeeld voor misdaden tegen de menselijkheid. Hij stierf vorig jaar.

De vondst in Tucumán is slecht een van de meest recente. Ook in andere clandestiene centra en op begraafplaatsen duiken regelmatig resten van slachtoffers van de dictatuur op. Dat is ook het geval in Uruguay. Daar hebben Argentijnse militairen lichamen in de Río de la Plata en de Atlantische Oceaan gegooid.

Victoria Montenegro, wier ouders in 1976 ontvoerd warden, kreeg onlangs te horen dat de resten van haar vader gevonden waren in Uruguay. In 1976 was zijn lichaam gevonden aan de oever van de Río de la Plata en daar zonder naam begraven, samen met nog zeven andere lichamen.
Via DNA-identificatie vond de dochter nu haar vader terug. “Het is een wonder dat mijn papa gevonden is aangezien de terreurstaat er alles aan gedaan heeft om hem voor altijd te laten verdwijnen.”

DNA-stalen

De EAAF beschikt over DNA-stalen van familieleden van ongeveer 4500 vermiste personen. Tot nog toe zijn er 515 geïdentificeerd, maar er zijn ook 600 lichamen gevonden waarvan men de identiteit niet heeft kunnen achterhalen. Er zijn gevallen waarin geen enkel rechtstreeks familielid meer leeft, zegt Ayerdi.

Er zijn ook nabestaanden die geen DNA-staal ter beschikking willen stellen. “Er zijn mensen die geen beenderen willen ontvangen of die vinden dat hun rouwperiode is afgesloten.”

Door de grote aandacht die de zaak-Montegro kreeg, hebben zich opnieuw heel wat mensen gemeld die een staal wil afleveren aan de Bloedbank van Familieleden van Vermiste Personen. Die bloedbank is opgericht in het kader van het Latijns-Amerikaanse Initiatief voor de Identificatie van Vermiste Personen, dat in 2007 door de EAAF is gelanceerd en dat een grote impuls heeft gegeven aan de opgravingen en identificaties.