"Australië kan nucleaire stortplaats van de wereld worden"
Bob Burton
26 juni 2006
Het voornemen van de Australische regering om meer uranium uit te voeren, zorgt voor beroering down under. Bestemmingslanden als India en China kunnen de grondstof voor splijtstaven ook gebruiken om kernwapens aan te maken. Maar tegenstanders vrezen vooral dat Australië zich ertoe zal verplichten kernafval van de kopers terug te nemen.
John Howard kondigde eind mei aan dat Australië “in alle stappen van de nucleaire brandstofkringloop” een belangrijkere rol moet gaan spelen.
Nu werkt een door de premier aangestelde commissie van hooggeplaatste experts daarvoor plannen uit.
Australië lijkt zich onder meer te laten inspireren door het door de VS voorgestelde Global Nuclear Energy Partnership. Dat initiatief moet de expansie van kernenergie bevorderen en tegelijk de vrees voor de verspreiding van kernwapens wegnemen. Kerncentrales zouden hun kernbrandstof enkel ‘leasen’ van uraniumproducenten, en die zouden hoogradioactief kernafval terugnemen om het voor lange tijd op te slaan. Eerder in mei had Howard in Washington al overleg gepleegd met de Amerikaanse president George W. Bush over dat voorstel.
Maar niet iedereen in Australië vindt het een goed plan. “Onze exportcontroles zijn zo slecht geworden dat we geen mogelijkheid hebben om na te gaan waar ons uranium belandt”, oordeelt Richard Broinowski, professor aan de Universiteit van Sydney en een voormalige ambassadeur in Mexico, Zuid-Korea en Vietnam.
“Australië kan de voorkeurslocatie van de internationale nucleaire industrie worden om hoogradioactief afval te dumpen”, zegt Christine Milne, een senatrice van de Australische Groenen. Volgens Milne is dat is een centrale bekommernis van de landen waarop het Amerikaanse partnerschap is gericht. “We zouden niet alleen het afval moeten terugnemen van de landen waar we uranium aan verkopen – het hele consortium zou kunnen overeenkomen alle hoogradioactief afval naar Australië te sturen.”
De plannen zijn niet zonder risico voor Howard. In 1998 lekte een voorstel van het Britse consortium Pangea Resources uit om een internationale opslagplaats voor kernafval te bouwen in het zuiden of het westen van Australië. Hevig verzet daartegen dwong de toenmalige regering-Howard zich van dat voorstel te distantiëren.
Maar Australische urnaniumproducenten kunnen grof geld verdienen aan de verwachte expansie van kernenergie in China en India, net als de Amerikaanse bedrijven General Electric and Westinghouse die hopen dat ze de reactors mogen leveren. China wil 30 nieuwe kerncentrales bouwen, India misschien 28. Tegenstanders van een deal met de twee landen voeren aan dat China en India door de grotere invoer van uranium ook makkelijker aan splijtbaar materiaal voor kernwapens kunnen komen.
Momenteel zijn er drie uraniummijnen in gebruik in Australië, en die hebben alledrie te kampen met hevige tegenstand van milieuorganisaties. BHP-Billiton, de eigenaar van de Roxby Downs-mijn in Zuid-Australië, wil drie keer meer uranium gaan bovenhalen uit die mijn dan nu het geval is. Dat zou van Roxby Downs de grootste uraniummijn ter wereld maken.
Plannen van Rio Tinto om in de buurt van zijn bijna uitgeputte Rangermijn een nieuwe ertslaag te ontginnen, werden in 2003 op de lange baan geschoven. De nieuwe mijn wordt omgeven door het wereldbekende Kakadu National Park. Naast milieugroepen haden ook inheemse bewoners van de streek fel geprotesteerd. (PD)