Aziatische unie krijgt eigen mensenrechtenorgaan
Joren Gettemans
21 juli 2009
De ministers van Buitenlandse Zaken van de Unie van Zuid-Aziatische Naties (ASEAN) hebben op een top in het Thaise Phuket een eigen mensenrechtenorgaan opgericht. Maar critici vrezen dat het een papieren tijger wordt.
Asean verenigt tien Aziatische landen, waaronder Thailand, Cambodja, Birma, Indonesië en Vietnam. De organisatie heeft tot doel de economische, culturele en politieke samenwerking in de regio te versterken. Maar sinds de oprichting in 1962 heeft de unie nooit de neiging getoond om zich te mengen in binnenlandse aangelegenheden van een van de lidstaten. Critici denken dan ook dat de nieuwe waakhond voor de mensenrechten niet erg effectief zal zijn tegen lidstaten als Birma of Laos.
De ministers op de Asean-top gaven ook toe dat de waakhond geen macht krijgt om lidstaten te onderzoeken of te straffen. De Thaise eerste minister Abhisit Vejjajiva zei dat de focus zou liggen op het promoten van de mensenrechten, eerder dan de bescherming ervan. “Het is beter om er zo mee te starten, dan helemaal geen vooruitgang te maken”, zei hij.
De landen zijn zich ervan bewust dat Azië geen al te best imago heeft in de rest van de wereld wat mensenrechten betreft. Vooral Birma is een probleem. Zondag nog pakten de ordediensten tientallen leden van de oppositie op toen ze terugkwamen van herdenkingsdiensten voor Generaal Aung San, de vader van oppositieleidster Aung San Suu Kyi.