"Azië en Stille Zuidzee zullen 75 miljoen klimaatvluchtelingen tellen"
Neena Bhandari
04 augustus 2009
De klimaatverandering kan de komende veertig jaar tot acht miljoen mensen op de vlucht jagen op de eilanden in de Stille Zuidzee, en 75 miljoen in de hele regio van Azië en de Stille Zuidzee. Dat blijkt uit een studie van Oxfam Australië.
“Voor ons is de klimaatverandering een realiteit”, zegt Pelenise Alofa, voorzitter van de Church Education Director’s Association in Kiribati. “We hebben te maken met ongekende vormen van springtij. De stijgende zeespiegel dreigt ons land te overstromen. We willen geen klimaatvluchtelingen worden.”
Die kans is nochtans reëel. Kiribati bestaat uit 33 atollen en telt 93.000 inwoners. Het is een van de landen die het meest gevaar loopt door de klimaatverandering, omdat het op het hoogste punt nog geen vier meter boven het zeeniveau uitsteekt.
Volgens het Oxfam-rapport krijgen ook Tuvalu, Tokelau, de Marshall-eilanden, Fiji, Vanuatu, Papoea-Nieuw-Guinea en Micronesië nu al te maken met de klimaatverandering. Het beschrijft hoe de bevolking in de landen nu al te maken krijgt met frequente overstromingen en springtij, dat land verloren gaat en dat mensen uit hun huizen moeten vluchten. Ook drinkwatertekorten komen vaker voor en ziektes als malaria en dengue rukken op.
“Eerst waren we vluchtelingen van de Wereldoorlog, daarna moesten we plaats ruimen voor fosfaatmijnen. We kunnen niet nog eens vertrekken voor de klimaatverandering”, zegt Pilitati. “Als we nu ons huis verliezen, verliezen we onze identiteit, onze cultuur. Het is onacceptabel.”
“Vooral voor de jongeren is het hard. De Stille Zuidzee heeft altijd veel migratie gekend om verschillende redenen, maar vroeger rekenden de mensen er altijd op te kunnen terugkeren”, zegt Marstella Jack, voormalig minister van Justitie van Micronesië. “Nu is het mogelijk dat ze hun thuisland nooit meer terugzien. We worden mensen zonder land, zonder bezittingen.”
Oproep aan industrielanden
Volgens het Oxfam-rapport moeten geïndustrialiseerde landen snel iets ondernemen om hun uitstoot terug te dringen, of is er een reële dreiging dat de eilandstaten onbewoonbaar worden.
Het rapport roept daarom Australië, een van de grootste luchtvervuilers ter wereld, en Nieuw-Zeeland op om hun uitstoot van broeikasgassen met 40 procent te verminderen tegen 2020 en met 95 procent tegen 2050. Het dringt er bij de regeringen van beide landen ook op aan om geld vrij te maken om de eilandstaten te helpen zich te wapenen tegen de klimaatverandering.
Australië heeft zich tot nog toe geëngageerd om zijn uitstoot met 5 procent te beperken tegen 2020. Dat cijfer kan stijgen tot 25 procent als er in Kopenhagen een internationaal klimaatakkoord bereikt wordt.
Als veteraan van verschillende internationale onderhandelingen, kent Jack de gevaren van kleine landen die bedreigd en omgekocht worden door hun grote buren. “Er is geen tijd meer om te praten. Het meest recente rapport van het Klimaatpanel van de VN schat dat laaggelegen eilandstaten zoals Tuvalu minder dan dertig jaar hebben voor ze onbewoonbaar worden. En vrijwel iedereen is het erover eens dat die schatting gebaseerd is op oude en conservatieve gegevens. Je kunt je dus voorstellen hoe urgent dit is voor de mensen in de Stille Zuidzee.”
“Ons eiland is aan het krimpen door kusterosie”, zegt dominee Tafue Lusama, voorzitter van het Climate Action Network in Tuvalu. “De vangst van krabben en vissen en de oogst van kokosnoten, die levensnoodzakelijk zijn voor de bevolking, gaat achteruit. De klimaatverandering heeft nu al impact op onze broodwinning en onze economie. Bovendien hebben we geen betrouwbare bron van drinkbaar water meer. Zout water dringt het grondwater binnen, en we moeten dus vertrouwen op regenwater. Maar dit seizoen is er een lange droogte geweest.”
Uit het Oxfam-rapport blijkt dat de eilandbewoners zich al volop inspelen op de klimaatverandering. In Fiji worden bijvoorbeeld dorpen “klimaatbestendig” gemaakt. De bewoners zoeken zoutresistente gewassen, planten mangroves en grassen om de kusterosie tegen te gaan. Ze beschermen zoetwaterbronnen tegen insijpeling van zout en verplaatsen gebouwen naar veiliger oorden.