Balkan krijgt eerste Romamuseum

Nieuws

Balkan krijgt eerste Romamuseum

Vesna Peric Zimonjic

28 oktober 2009

De Balkanregio heeft sinds deze maand een Romamuseum. Het museum in Belgrado vertelt het verhaal van een van de meest gediscrimineerde bevolkingsgroepen in de regio, de Roma.

Doel van het museum is om de diepgewortelde vooroordelen over Roma, ook wel zigeuners genoemd, te bestrijden, zegt Dragoljub Ackovic, directeur van het museum. Vijftig jaar geleden ontstond volgens hem al het idee om geschreven items over de Roma, die eeuwen geleden in de regio arriveerden, te verzamelen. Tot nu toe leidde dat echter niet tot de komst van een museum.
Het kleine museum in Belgrado, op de begane grond van een appartementencomplex in een drukke straat, opende met de tentoonstelling ‘De wereld van de Roma’. Er zijn meer dan honderd documenten te zien, inclusief het oudste in Roma geschreven document dat in 1537 werd gepubliceerd in Engeland en een kopie van het eerste boek over de Roma dat in 1803 verscheen in Servië. Dat boek, met als titel ‘Zigeuners’, bevat traditionele Romaverhalen en sprookjes.
Driehonderd andere boeken in de Romataal kunnen elektronisch gelezen worden. Roma kent verschillende dialecten, zoals Vlax Romani (gesproken door ongeveer 1,5 miljoen mensen), Balkan, Karpatisch en Sinti (elk gesproken door een paar honderdduizend mensen).
Uit een analyse van de dialecten is gebleken dat deze overeenkomsten vertonen met talen die gesproken worden in het midden en noorden van India. Die taalkundige verwantschap suggereert dat de Roma hier hun wortels hebben.
Een van de boeken die elektronisch geraadpleegd kunnen worden, is van de weinig bekende Romaschrijfster Gina Ranicic, die in het midden van de negentiende eeuw leefde. Ook bevat de collectie een uniek Duits-Servisch-Roma woordenboek dat werd samengesteld door Roma die tijdens de Tweede Wereldoorlog gevangen zaten in kampen in de buurt van Belgrado, en acht kopieën van bijbelvertalingen in het Roma.

Etnische haat

Een paneel aan de muur laat de route zien die de Roma hebben afgelegd voordat ze op de Balkan arriveerden. Als eerste kwam er in 1322 een circusgroep naar Servië, via Griekenland. De meeste Roma arriveerden tijdens de Turkse bezetting van de Balkan aan het einde van de veertiende en het begin van de vijftiende eeuw. Uit oude Turkse documenten in Servië blijkt dat de meeste grote steden in de zestiende eeuw Roma ‘mahalas’ (buurten) hadden. De bewoners van die wijken waren veelal “smeden, zangers, en dansers”.
“Geschiedenis is één ding, het moderne leven een ander”, zei de burgemeester van Belgrado, Dragan Djilas (42) bij de opening van het museum. “Er bestaat geen twijfel over dat de Roma een grote bijdrage hebben geleverd aan de cultuur van Belgrado. Maar in de afgelopen decennia zijn dingen veranderd. Het is nu gebruikelijk dat iemand zegt ‘ik wil mijn kinderen niet bij Roma-kinderen op school’. In de tijd dat ik opgroeide, was dat onvoorstelbaar.”
De oorlogen op de Balkan in de afgelopen twintig jaar hebben nationalisme en etnische haat aangewakkerd en ook de houding ten opzichte van de Roma veranderd. Overal in het voormalige Joegoslavië worden Roma-kinderen naar scholen voor speciaal onderwijs gestuurd, terwijl ze kerngezond zijn. De reden die de lokale autoriteiten hiervoor opgeven, is meestal dat de kinderen de plaatselijke taal niet goed genoeg spreken en tijd nodig hebben om te wennen aan het normale lesprogramma.

‘Steden van dozen’

Het is niet bekend hoeveel Roma er precies zijn in de voormalige Joegoslavische staten Bosnië, Kroatië en Servië. Voor Servië wordt hun aantal geschat op tussen 105.000 en 600.000. Voor de in het begin van de jaren negentig, zou Bosnië ongeveer 50.000 Roma hebben geteld. Sinds 1991 is er echter geen telling meer gehouden. In Kroatië leven naar schatting tussen 30.000 en 40.000 Roma. Bij een telling in 2001 kwam men echter niet verder dan 9.463.
“Roma aarzelen om hun etniciteit te noemen”, verklaart Ackovic. “Ze zeggen liever dat ze tot de belangrijkste plaatselijke etnische groep behoren, in de hoop dat ze dan gemakkelijker worden opgenomen in de bevolking. Los daarvan zijn ze meestal analfabeet en hebben ze geen fatsoenlijke identiteitspapieren, zodat ze bij een volkstelling niet goed geteld kunnen worden.”
Het museum geeft ook een overzicht van recent onderzoek naar de situatie van de Roma. En dat onderzoek geeft geen rooskleurig beeld. Uit cijfers van de Organisation for European Security and Cooperation (OSCE) blijkt dat 70 procent van 50.000 Roma in Bosnië ontheemd raakte tijdens de oorlog die woedde van 1992 tot 1995. Zestig procent van de Roma in het moderne Bosnië is analfabeet en 90 procent heeft geen ziektekostenverzekering. Zeventig procent krijg een uitkering (13,50 euro per maand) en 80 procent heeft geen opleiding.
In Servië leven de Roma grotendeels in “steden van dozen” rondom de grote steden. De levensverwachting voor vrouwen is 45 jaar en voor mannen 56. Meer dan 70 procent van de Roma hier is analfabeet en 0,4 procent heeft een afgeronde universitaire opleiding.