Barsten in Zwitsers bankgeheim
De grootste bank van Zwitserland, UBS, gaat de bankgegevens van Amerikaanse klanten die verdacht worden van belastingsontduiking doorspelen aan de Amerikaanse belastingsdienst.
Bovendien betaalt de bank 780 miljoen dollar aan de VS. Daardoor laat de Amerikaanse justitie de klacht tegen UBS -medeplichtigheid aan fraude- vallen. UBS mag in de toekomst ook enkel nog zaken doen met inwoners van de Verenigde Staten via dochtermaatschappijen die in de VS gevestigd zijn en moet schriftelijk bewijzen dat ze de rekeningen van Amerikaanse klanten opdoekt.
Zwitserse banken zijn gebonden aan het bankgeheim, maar kunnen een beroep doen op artikels 25 en 26 van de bankwetgeving in het land, dat toelaat in noodgevallen van de regel af te wijken. In de Engelse vertaling van een speech van UBS-topman Peter Kurer in november stond: ‘Ik denk niet dat het bankgeheim bedoeld is om belastingsontduiking te beschermen. In die situaties moeten we snelle, efficiënte en onconventionele oplossingen vinden.’
Bankgeheim in de Alpenrepubliek
Volgens schattingen van Tax Justice Network, een netwerk van anderglobaliseringsbewegingen dat ijvert voor informatie-uitwisseling over offshore-vermogens, herbergde de Alpenrepubliek in 2004 een kwart tot een derde van het in het buitenland belegde private vermogen, tussen 3000 en 4000 miljard Zwitserse frank. De EvB heeft uitgerekend dat Zwitserland elk jaar vijf keer meer geld verdient aan vluchtkapitaal uit ontwikkelingslanden dan het besteedt aan ontwikkelingshulp.
De banksector dankt haar succes niet aan de excellente dienstverlening, zoals ze zelf graag gelooft, maar aan een juridisch trucje. Het Zwitsers recht maakt, samen met dat van Liechtenstein, een juridisch onderscheid tussen belastingontduiking en belastingfraude. Wie simpelweg ‘vergeet’ inkomsten aan de fiscus te melden, wordt administratief bestraft met een boete. Pas wanneer iemand actief documenten vervalst, wordt dat aanzien als fraude en wordt het gerecht ingeschakeld.
Vergeten aangeven
Aangezien het Zwitserse gerecht aan het buitenland alleen informatie geeft in strafzaken, kunnen buitenlanders met een gerust gemoed geld aanslepen dat ze in eigen land ‘vergeten’ aan te geven zijn.
Hoewel het bankgeheim pas in 1930 werd ingevoerd, geldt het als een nationaal symbool, even onwrikbaar als de Matterhorn. De Zwitserse regering maakt in de onderhandelingen met de Europese Unie steeds weer duidelijk dat over het bankgeheim niet gepraat kan worden.