Bechtel zet Irak in de etalage
Pratap Chatterjee
20 mei 2003
De managers en ingenieurs van het Californische bedrijf Bechtel, één van 's werelds grootste bouwfirma's, gaan vanaf morgen de boer op. Bedoeling is om de Amerikaanse, Britse en andere bedrijven warm te maken voor de winstgevende contracten verbonden aan de wederopbouw van Irak. Een groot deel van de koek is echter al verdeeld onder Amerikaanse bedrijven.
Morgen vindt een eerste conferentie plaats in het Ronald Reagangebouw, op een boogscheut van het Witte Huis. Vrijdag organiseert het Britse ministerie van Handel en Industrie in het Novotel in Hammersmith, zuidwest Londen, een vergadering met Bechtel. En op 28 mei eindigt de ‘roadshow’ in het Sheraton hotel in Koeweit-stad.
De bedrijfstop van Bechtel zal er antwoorden op vragen van bedrijven die in onderaanneming willen profiteren van het contract dat het bedrijf op 17 april afsloot met het Amerikaanse agentschap voor ontwikkelingssamenwerking USAID. In totaal is er een pot van 680 miljoen dollar te verdelen.
De reizende handelsshow toont de centrale rol aan die de Amerikaanse bedrijfswereld speelt in de wederopbouw van Irak. Verschillende bieders hebben zich al aangediend bij Terry Valenzano, de ‘reconstructiemanager’ van Bechtel voor Irak. Bedrijfsleiders lopen al weken de deur plat van de hotels Crowne Plaza en Hilton in Koeweit-stad, waar het ingenieursteam van Bechtel verblijft.
Een aantal grote bedrijven is inmiddels al aan de slag in Irak: oliegiganten British Petroleum (BP) en Shell hebben hun personeel uitgestuurd naar zuidelijk Irak om daar te werken onder één Britse baas, majoor Mark Tilley, die is aangesteld als interim-CEO voor de raffinaderijen in het zuiden van Irak. Paul Vick en Scott Hayward, managers voor het Texaanse bedrijf Halliburton, zijn onlangs geland in respectievelijk Basra en Umm Qasr om toe te kijken op de werkzaamheden. Ze werken onder het toeziend oog van brigadier-generaal Robert Crear van het Amerikaanse ingenieurskorps.
De nauwe samenwerking tussen Wall Street en het Pentagon is openlijk en complexloos. De wederopbouw van Irak werd tot dusver grotendeels uitbesteed aan Amerikaanse bedrijven of multinationals met Amerikanen aan het hoofd. Phil Carroll, de voormalige topman van het Texaanse bedrijf Shell Oil en de bouwgigant Fluor, is aangesteld als het hoofd van de adviesraad die toekijkt op de werkzaamheden van het Iraakse ministerie van Olie.
In het Amerikaanse Congres beperkt de kritiek zich voorlopig tot Halliburton, het bedrijf waar vice-president Dick Cheney nog CEO was, en de manier waarop het contract om de brandende oliebronnen in Irak te blussen, werd toegekend. De Amerikaanse regering heeft nooit een openbare offerte uitgeschreven en heeft nooit een officiële verklaring over de toewijzing afgelegd voor de werken begonnen. Het geeft mij toch het gevoel dat ze iets te verbergen hebben, zegt het Democratische Congreslid Henry Waxman uit Californië, al jaren een luis in de pels van Cheney. Ik weet niet of dat zo is, maar ze gedragen zich zo.
Halliburton heeft twee andere bedrijven uit Houston in onderaanneming genomen: Boots & Coots International Well Control en Wild Well Control moeten de klus helpen klaren. Het Texaanse bedrijf doet intussen ook meer dan blussen. Het voert ook herstelwerken uit aan raffinaderijen en pijpleidingen en het verzorgt het transport van propaan naar de Iraakse consument. Scott Saunders, de woordvoerder van het Ingenieurskorps, verklaarde onlangs dat Halliburton in de toekomst ook misschien Iraakse olie mag gaan exporteren, tenzij de Irakezen snel genoeg hun olie-industrie en de bijbehorende bureaucratie op poten zetten.
Intussen zet Stevedoring Services of America voet aan wal in Irak om er de havens te helpen herstellen en wacht Airlink USA in de coulissen om de luchthavens te bedienen wanneer die opnieuw werken.
De Amerikaanse regering heeft een Amerikaanse transnational gevonden om de leiding van het falende Iraakse politiekorps op zich te nemen. Dyncorp gaat individuen met de juiste ervaring en expertise rekruteren om deel te nemen aan de internationale inspanning om de politie, het gerecht en het gevangeniswezen te organiseren in Irak. Opnieuw een initiatief dat zo Amerikaans zal zijn als het maar kan: Dyncorp ronselt volop in Forth Worth, Texas.
Het Amerikaanse leger besteedt opvallend veel van haar taken in Irak uit aan privé-bedrijven. Sommige waarnemers wijzen erop dat de regering-Bush in 2000 het leger in handen gaf van ‘corporate America’. Gordon England werd weggeplukt bij General Dynamics als secretaris van de Zeemacht, James Roche van Northrop Grumman werd aangeduid als secretaris van de Luchtmacht en Thomas White van Enron kreeg dezelfde post bij de Landmacht. De drie hebben weliswaar allemaal ontslag genomen het afgelopen jaar, maar dezelfde trend zet zich door in het Irak van na Saddam: Jay Garner en Paul Bremer zijn ex-militairen, maar waren ook CEO’s van conultancy-bedrijven SY Technologies en Marsh McLellan. Toen de oorlog nog volop bezig was, adviseerde Richard Perle, de intussen afgetreden voorzitter van de invloedrijke Defence Policy Board van het Pentagon, de investeerders van Goldman Sachs in Wall Street openlijk over de reconstructieplannen.