Beslissende dagen voor Iraakse vrouwen

Nieuws

Beslissende dagen voor Iraakse vrouwen

Ushani Agalawatta

01 juni 2003

– Het wordt allengs duidelijker dat de Iraakse
vrouwen het onder Saddam Hoessein niet noodzakelijk slechter hadden dan
onder de regering die nu in de steigers staat. De Amerikaanse autoriteiten
in Irak blijven hardhorig voor de waarschuwingen van de hulporganisaties.

Een maand geleden verklaarde president George W. Bush vanop een
vliegdekschip dat de coalitie eerst de overwinning behaalde, en nu “Irak aan
het veilig maken en heropbouwen is.” Shannon M. Meehan een medewerkster van
de vluchtelingenorganisatie Refugees International die sinds eind april
zuidelijk en centraal Irak doorkruist, weet dat er nog veel werk aan de
winkel is. Volgens Meehan zijn de Iraakse vrouwen de grootste slachtoffers
van de onveiligheid. “Zowel in Bagdad als in andere steden zijn vrouwen
opvallend afwezig op marketen en in winkelcentra. Slechts weinigen gaan de
straat op om basisboodschappen te doen. Als ze het doen, gaan ze meestal
samen of vergezeld van hun broer of echtgenoot,” vertelt Meehan,.

Veiligheid is een ding, gelijkwaardigheid van man en vrouw een ander. Voor
1991 scoorden in de regio Iraakse vrouwen zeer hoog inzake geletterdheid. Ze
liepen school, reden met de auto, kleedden zich zoals ze wilden en maakten
carrière. Pas later, toen de seculiere Saddam naar de gunst van de
islamisten begon te hengelen, veranderde dat.

Nu staan de zeden opnieuw te veranderen, maar niet noodzakelijk in een
vernieuwende richting. Nu Saddam het veld heeft geruimd, winnen
conservatief-religieuze elementen terrein. De Amerikaanse autoriteit in Irak
(OCPA, Office of the Coalition Provisional Authority) heeft volgens Meehan
nog niet het signaal gegeven dat de Iraakse vrouwenrechten een prioriteit
zijn. “Uit mijn interviews en onderzoek naar de plannen van het OCPA met de
civiele samenleving, vind ik geen aanwijzing voor het bestaan van een
gestructureerd plan voor de participatie van vrouwen en/of minderheden.”

Twee Iraakse vrouwelijke artsen uit Basra schetsen de moeilijke
evenwichtsoefening waar hoogopgeleide Iraakse vrouwen voor staan. “We willen
gelijkheid (tussen man en vrouw), maar bínnen onze eigen culturele en
religieuze context, niet zoals in het Westen. We willen dat mannen een
zekere religieuze en familiale dominante rol hebben, maar niet ten koste van
de positie van de vrouw. Wij hebben meer onderwijs nodig, en veiligheid en
vrede. De omstandigheden zijn nog steeds heel slecht.”

Onlangs betuigde het Afghan Women’s Network (AWN), een groep van 24
niet-gouvernementele organisaties en 1.000 individuele leden, in een open
brief zijn steun en solidariteit met de Iraakse vrouwen. Het AWN drukt de
Iraakse vrouwen ook op het hart op te komen voor hun rechten, nu het systeem
nog in de steigers staat. De Afghaanse vrouwen van het AWN getuigen van de
problemen die ze bij hun strijd ondervinden. “Het grootste probleem, dat de
vrouwen verhindert om een grotere plaats in de samenleving te bezetten, is
de onveiligheid.”

Ook volgens Laura Liswood, secretaris-generaal van de Raad van Vrouwelijke
Wereldleiders, moet het ijzer worden gesmeed als het heet is. Lismond wijst
erop dat “zoals de geschiedenis toont, de betrokkenheid van vrouwen bij de
eerste fases (van de heropbouw), van groot belang is voor het eventuele
succes van een overeenkomst.”

Liswood werd op een persbijeenkomst bijgevallen door Sergio Vieira de Mello.
De kersverse VN-gezant voor de mensenrechten in Irak, legt grote nadruk op
“het belang van de vrouwenrechten en hun deelname aan de consultatierondes –
het politieke proces nog daar gelaten. (…) Onze ervaring leert dat een
assertief beleid voor vrouwenrechten – of ze nu politiek, economisch,
sociaal of cultureel zijn, alleen kan leiden naar vrede, stabiliteit,
ontwikkeling en verdraagzaamheid,” aldus Vieira de Mello.