Bestand lost bendeprobleem in Centraal-Amerika niet op
Danilo Valladares
23 oktober 2012
In El Salvador heeft een bestand tussen bendes een van de hoogste moordcijfers ter wereld doen dalen. Een voorbeeld voor de rest van Centraal-Amerika? Experts verkiezen preventie en begeleiding van bendeleden bij hun terugkeer naar de maatschappij.
“We moeten vooral verhinderen dat jongeren zich bij bendes aansluiten”, zegt Armando Samayoa van het Instituut voor Sociale Samenwerking, een ngo in Guatemala. “Als ze eenmaal betrokken raken bij misdaden, is het veel moeilijker en duurder om hen te re-integreren.” Hij hekelt dat er veel meer geld naar beveiliging gaat in vergelijking met preventie.
De wapenstilstand tussen de bendes Salvatrucha en Barrio 18 in El Salvador had onmiddellijk resultaat: het aantal moorden in het land viel terug van 13,6 per dag in februari tot 8,2 per dag in maart, wanneer het bestand van kracht werd. Dat schreef het VN-kantoor tegen Drugs en Misdaad (Unodc) vorige maand in een rapport.
Unodc gelooft dat het bestand in El Salvador model kan staan voor andere Centraal-Amerikaanse landen. Ook Honduras en Guatemala kampen met veel te hoge moordcijfers. In andere Centraal-Amerikaanse landen is de situatie verschillend omdat de “maras” of bendes er niet actief zijn.
Opleidingen
Samayoa benadrukt dat opleidingen die hij met zijn ngo organiseert – zoals Engelse les, houtbewerking, koken, computerles en boekhouden – helpen vermijden dat jongeren in de handen van bendes vallen, terwijl een bestand op elk moment kan worden gebroken.
Alma Aguilar van de Guatemalteekse organisatie Paz Joven (Jonge Vrede) vindt dat het beleid zowel gericht moet zijn op preventie als op misdaadbestrijding. Volgens haar moeten de regeringen er minstens voor zorgen dat jongeren de eerste jaren van het middelbare onderwijs volgen en uitzicht hebben op werk, “wat helaas niet het geval is”.
De maras ontstonden in de jaren 1970 en 1980 in Los Angeles en andere Amerikaanse steden waar Centraal-Amerikaanse immigranten en vluchtelingen zich aansloten bij bendes. Later is het probleem naar hun land van herkomst uitgevoerd.
Duizenden jonge mensen in El Salvador, Honduras en Guatemala zijn vandaag betrokken bij maras, die van gewelddadige jongerenbendes in georganiseerde misdaad zijn veranderd.
De omstreden wapenstilstand tussen twee bendes in El Salvador in maart zou gefaciliteerd zijn door de regering van president Mauricio Funes. Ze probeert nu onderhandelingen met beide bendes op te zetten om hen te overtuigen hun criminele activiteiten definitief stop te zetten.
“Het bestand heeft het aantal moorden doen dalen, maar meer niet”, stelt advocate Ismelda Villacorta van de Stichting voor de Studie en Toepassing van het Recht in El Salvador. “Andere misdaden zijn nog even ernstig en verontrustend als voor het bestand, in sommige gebieden is het zelfs erger geworden.”
Molina en Lobo
“De hele situatie maakt duidelijk dat de goede resultaten van de wapenstilstand broos zijn. Het kan snel weer kantelen”, meent Villacorta. “Om het bestand en de afname van het geweld te verankeren, is er een preventieprogramma nodig op alle niveaus, waarbij ook de terugkeer van bendeleden naar de maatschappij mogelijk wordt gemaakt.”
Isabel Aguilar, een mensenrechtenactiviste bij de Guatamalteekse organisatie Interpeace, is optimistischer. “In ieder geval schept zo’n bestand het nodige kader voor duurzame preventie en re-integratie. Het is een voorbeeld dat we moeten volgen omdat het aantoonbaar het geweld heeft verminderd.”
Maar de presidenten van Guatemala en Honduras, Otto Pérez Molina en Porfirio Lobo, willen voorlopig niet onderhandelen met de maras in hun land of een akkoord tussen deze bendes helpen mogelijk maken.