Bevolking verjaagt hulporganisaties uit Noord-Pakistan
Ashfaq Yusufzai
23 augustus 2007
Bedreigingen aan het adres van niet-gouvernementele organisaties hebben het ontwikkelingswerk in de wetteloze Noordwestelijke Grensprovincie van Pakistan grotendeels stilgelegd. De ngo's worden door de bevolking beschuldigd van zieltjeswinnerij, zelfverrijking en het volgen van een Amerikaanse agenda.
In juni dwongen inwoners van Allai in het district Mansehra in de Noordwestelijke Grensprovincie, ngo’s om hun werk te staken. Ontwikkelingswerkers zouden volgens de bevolking moslims dwingen zich te bekeren tot het christendom. Proselitisme is een ernstige beschuldiging in het grotendeels islamitische Pakistan. Iemand die schuldig bevonden wordt, kan tot levenslange gevangenisstraf veroordeeld worden.
Een menigte van ongeveer 1.000 man stak vorige maand een voertuig van Relief International in Mansehra in brand. Mansehra werd in oktober 2005 getroffen door een aardbeving. De daders waren boos omdat de ngo’s hun beloften over hulp niet nakwamen. In april werd het kantoor van de non-profitorganisatie National Rural Support Programma in brand gestoken.
“De organisaties helpen de overlevenden niet”, zegt Roman Ali, een van de demonstranten in Mansehra. “Ze geven miljoenen dollars van de internationale gemeenschap uit om hun luxueuze levenstijl te financieren. Niet een van de ngo’s in onze regio is haar beloften over de wederopbouw van scholen, ziekenhuizen en ander door de aardbeving verwoeste gebouwen en infrastructuur nagekomen.”
Op 22 december 2006 werd in Darra Adamkhel, een stad 35 kilometer ten zuiden van de provinciehoofdstad Peshawar, een ‘fatwa’ verspreid waarin moslims werden opgeroepen tot een “heilige oorlog tegen de ngo’s”. Tot die ngo’s werden ook VN- en mensenrechtenorganisaties gerekend.
De fatwa werd verspreid in de naam van moefti Khalid Shah, die opriep medewerkers, kantoren en voertuigen van ngo’s die “de agenda van joden en christenen promoten” aan te vallen. Veel inwoners van Darra Adamkhel zeiden Shah, die een paar academische titels voert, niet te kennen. Zijn fatwa werd echter wel verspreid in moskeeën en op markten in de stad, die veranderd is in oorlogsgebied. Vorige week deden Taliban-aanhangers een poging de stad te zuiveren van “anti-sociale elementen”. Bij die actie werd een leider van een misdaadbende, Ameer Said, vermoord.
Zelfs Peshawar is niet langer immuun voor de groeiende wetteloosheid in de regio. Op 18 juli werd een nepbom geplaatst bij een kliniek in de wijk Defence Colony. Er zat een briefje in slecht geschreven Urdu bij, waarop stond dat de directie binnen een week een einde moest maken aan de “onislamitische zaken”. De kliniek helpt mensen met anticonceptie. “Beschouw dit als de laatste waarschuwing. Nu is het nog een nepbom, de volgende keer een echte, die in staat is het hele gebouw op te blazen. Stop het programma binnen een week”, stond op het briefje.
Volgens Tariq Khan van de onafhankelijke Mensenrechtencommissie van Pakistan (HRCP), leidden dreigementen tot de sluiting van drie klinieken van de Marie Stopes Society. De klinieken hielden zich bezig met anticonceptie en zwangerschapszorg voor Afghaanse vluchtelingen in Peshawar. De ngo heeft ook twee klinieken gesloten in Swat en Bannu, twee districten in de Noordwestelijke Grensprovincie, zegt Khan.
Vorige week ontving de voorzitter van de Kohat Area Development Organisation een dreigtelefoontje. De beller dreigde met een bomaanslag als de organisatie weigert vier centra te sluiten en de vrouwelijke werknemers en stagiaires te ontslaan. De ngo geeft momenteel 84 vrouwen cursus op het gebied van computervaardigheden en kleermaken.