Biobriketten moeten Congolees regenwoud redden
Baudry Aluma
10 maart 2010
Milieubeschermers in het oosten van Congo experimenteren sinds enkele maanden met briketten op basis van oogstafval, papier en bladeren. Die brandstof is goedkoper en vervuilt minder dan de houtskool waarvoor veel bomen sneuvelen. Emmanuel de Mérode, de Belgische directeur van het Virungapark, maakt zich sterk dat binnen anderhalf jaar 300.000 mensen in het oosten van Congo zullen zijn overgeschakeld op de milieuvriendelijke briketten.
In de biobriketten worden afgevallen boombladeren, schors en fruitschillen verwerkt, maar ook zagemeel, papier en oogstafval van rijst, bonen, maïs en suikerriet. De nieuwe brandstof werd ontwikkeld door het bekende Virungapark in het oosten van Congo, het Congolees Instituut voor Natuurbescherming (ICCN) en ERND, een Congolees netwerk dat zich toelegt op milieu en ontwikkeling.
De briketten worden onder meer gemaakt in Rutshuru, op ongeveer 70 kilometer van Goma. Het ICCN helpt er drieduizend mensen het productieproces onder de knie te krijgen. Sommige dorpelingen leren ook hoe ze een maximaal aantal afnemers kunnen vinden voor de briketten. Er worden ook briketten gemaakt en verspreid in Cidodobo, een gemeente op 25 kilometer van Bukavu, de hoofdstad van Zuid-Kivu.
Geen rook
In Goma, de hoofdstad van Noord-Kivu, kosten 60 kilogram biobriketten ongeveer 9 euro. Voor een gelijke hoeveelheid houtskool vragen handelaars minstens 18 euro. Voor de verbruikers is de keuze snel gemaakt. Als de verhouding tussen de verschillende grondstoffen klopt, produceren de nieuwe briketten ook nauwelijks rook.
Bovendien verlost de productie steden en dorpen van bergen huishoudelijk afval. Maar de initiatiefnemers hopen vooral dat de alternatieve brandstof de strijd tegen de ontbossing kan helpen winnen. “Als we de komende vijf jaar niet ingaan op de vraag naar brandstof van de mensen die hier leven, dreigt heel het zuidelijke deel van Virungapark kaalgeslagen te worden”, zegt de Mérode in een telefonisch interview.
Om een kilogram bonen te koken, een van de belangrijkste levensmiddelen in Goma en Bukavu, is anderhalve kilogram houtskool nodig. Volgens de Mérode komt het leeuwendeel van de houtskool die in Noord-Kivu wordt gebruikt, van bomen die in het 8000 vierkante kilometer grote Virungapark zijn omgehakt. Zowat 1600 vierkante kilometer van het beschermde gebied is al lelijk toegetakeld door illegale houtkap. In het Virungapark leven onder meer gorilla’s, nijlpaarden en tal van zeldzame vogelsoorten.