Biodiversiteit op de rand van de afgrond
Stephen Leahy
19 oktober 2010
De mens is er zich nauwelijks van bewust hoe afhankelijk hij is van wat de natuur biedt, maar zonder de basiselementen zou leven op aarde niet mogelijk zijn. Op de wereldwijde top rond biodiversiteit in het Japanse Nagoya wordt gekeken hoe de race richting afgrond gekeerd kan worden.
De tiende Conference of Parties (COP 10) van de Conventie rond Biologische Diversiteit (CBD), van 18 tot 29 oktober in Nagoya, moet een nieuwe reeks internationale afspraken opleveren om het verlies aan biodiversiteit tegen te gaan. De doelstellingen zijn niet min: de deelnemers willen het verlies aan habitat halveren, paal en perk stellen aan overbevissing, het inkrimpen van het wereldwijde bosareaal stoppen, schadelijke subsidies afschaffen en ervoor zorgen dat landbouw duurzaam is tegen 2020.
Economische waarde
‘Biodiversiteit’ is een term die gebruikt wordt om de variatie te beschrijven van levende dieren en planten die samen de biologische infrastructuur van de planeet vormen en cruciaal zijn voor onze gezondheid, rijkdom, brandstof, ons voedsel, water, en andere vitale benodigdheden.
Veel mensen beseffen niet hoe afhankelijk de mensheid is van de diensten die de natuur biedt, zegt Hal Mooney, bioloog aan de Stanford University in Californië. “We beschouwen die diensten als ‘gratis’ en houden er ook geen rekening mee in onze huidige economische modellen”, zegt hij.
Een bos dat CO2 opslaat, de lucht zuivert, overstromingen vermijdt en een bron is van voedsel en brandstof, heeft in ons huidig systeem geen economische waarde, behalve als het omgehakt wordt voor het hout. Dat moet dringend veranderen en wordt een van de “sterkste boodschappen die Nagoya zal opleveren”, zegt Mooney. “We moeten ervoor zorgen dat de ministers van Financiën en Handel over de hele wereld dat begrijpen.”
Dat gebeurde acht jaar geleden niet, toen de deelnemende landen beloofden om het soortenverlies “significant” in te perken tegen 2010, het Internationale Jaar van de Biodiversiteit. Afgezien van enkele uitzonderingen bleef het verlies van diersoorten toenemen in plaats van afnemen.
Point of no return
Bijna een kwart van de plantensoorten wereldwijd is met uitsterven bedreigd, het aantal koralen en amfibieën is in vrije val en het aantal gewervelde soorten is in de voorbije dertig jaar met bijna een derde teruggevallen. De cijfers komen uit de Global Biodiversity Outlook 3 (GBO 3), de meest recente studie over de staat van de biodiversiteit op de planeet.
Bijna alle trends zijn negatief en we komen gevaarlijk dicht bij een ‘point of no return’, zei hoofdauteur Thomas Lovejoy, topadviseur rond biodiversiteit bij de Wereldbank, enkele maanden geleden bij het uitkomen van het rapport. “Nu is het tijd om er ernstig werk van te maken”, zegt hij. “We moeten de GBO 3 echt als een waarschuwingssignaal zien.” Lovejoy spreekt van de “zesde grote uitstervingsgolf” op aarde.
In Nagoya zal onder hoge druk onderhandeld worden over bijzonder complexe thema’s, maar volgens een bron bij het CBD-secretariaat zou er wel overeenstemming zijn over de doelstellingen tegen 2020. Over de details is er veel minder samenhorigheid. De financiering van milieubescherming, die met factor tien of zelfs honderd omhoog moet om de doelstellingen tegen 2020 te halen, is een groot obstakel.
Om biodiversiteit te beschermen, te behouden en te verbeteren is immers geld nodig. Momenteel gaat jaarlijks drie miljard dollar aan buitenlandse ontwikkelingshulp naar landen die over een grote natuurlijke rijkdom beschikken maar het zonder uitgebreide financiële en technische middelen moeten stellen om die te beschermen.
Om de doelstellingen tegen 2020 te halen moet die hulp minstens groeien tot 30 miljard en zelfs tot 300 miljard dollar, maar het is “een significante uitdaging voor de regeringen om in dat soort financiering te voorzien”, zegt de bron. Een voorbereidende CBD-top in Nairobi in mei eindigde in een patstelling tussen het Noorden en het Zuiden rond die financiering. De delegaties lieten het over aan de wereldleiders in Nagoya om de uiteindelijke beslissing te nemen.
Industrie
Veel landen hopen dat de bedrijfswereld en privédonoren een belangrijke speler kunnen worden in die financiering via mechanismen zoals REDD+, waardoor bedrijven kunnen investeren in projecten rond biodiversiteit en bosbouw. “We kunnen milieubescherming en het duurzame gebruik van biodiversiteit niet verwezenlijken zonder het volle engagement van de zakenwereld”, zegt Ahmed Djoghlaf, uitvoerend secretaris van de CBD. “Het idee dat alleen overheden en niet-gouvernementele organisaties kunnen slagen in het beschermen van de biodiversiteit heeft zijn limieten getoond.”
Tijdens de conferentie in Nagoya zal een dialoog op hoog niveau plaatsvinden tussen industriële leiders en de 150 ministers van Milieu die deelnemen aan de top. Meer dan vijfhonderd vertegenwoordigers van de industrie hebben hun aanwezigheid al bevestigd.
Maar de ngo’s zijn erg sceptisch over de betrokkenheid van de industrie. De CBD Alliance, een losse coalitie van ngo’s, stelt dat die “innovatieve” financieringsmethoden een “afleiding zijn van de financiële verplichtingen van het Noorden”, dat er nauwelijks bewijzen voorhanden zijn dat ze werken en dat ze risico’s voor de lokale bevolking en het milieu inhouden.
De geïndustrialiseerde landen kunnen het zich perfect permitteren om hun publieke financiële engagement te vertienvoudigen, omdat ze meer dan 500 miljard dollar spenderen aan de subsidiëring van fossiele brandstoffen, zegt de alliantie. De alliantie wijst ook op de 6,9 biljoen dollar die snel gevonden kon worden in 2008 om de bankensector te redden.