Boeren begraven hun schatten op Spitsbergen

Nieuws

Boeren begraven hun schatten op Spitsbergen

Diego Cevallos

29 januari 2008

Van overal ter wereld zijn graansoorten en andere plantenzaden op weg naar Spitsbergen om daar in diep in de permafrost te worden opgeslagen. De arctische zadenbank, binnenkort de grootste schat aan genetische diversiteit ter wereld, moet duizenden jaren lang de opwarming van de aarde en andere denkbare rampen trotseren.

Drie ton maïs en tarwezaden zijn vorige week in Mexico ingescheept. De 48.000 tarwestalen en 7000 maïsstalen komen van het Internationaal Centrum voor de Verbetering van Maïs en Tarwe (CIMMYT) in Mexico. De selectie maïszaden biedt een staalkaart van bijna 90 procent van alle verschillende maïssoorten die op het westelijk halfrond worden geteeld. De maïsteelt begon zowat 8000 jaar geleden in Mexico; nu is maïs met rijst en tarwe het belangrijkste landbouwgewas ter wereld.

Ook vanuit Benin, Colombia, Ethiopië, India, Kenia, Mexico, Nigeria, Peru, de Filipijnen en Syrië zijn graansoorten, bonen, aardappelen, linzen en een onoverzichtelijk gamma andere zaden en knollen onderweg naar Spitsbergen, een Noorse eilandengroep die nog 1.000 kilometer dichter bij de Noordpool ligt dan het meest noordelijkste punt van het Noorse vasteland. In het totaal moeten zowat 200.000 variëteiten van alle denkbare landbouwgewassen worden opgeslagen in ondergrondse ruimtes, diep onder de heuvels in de buurt van het dorp Longyearbyen. De regering van Noorwegen financiert de bouw van de opslagplaats; de werkingskosten worden betaald door de Global Crop Diversity Trust, een onafhankelijke internationale organisatie die in Rome zetelt.

De zaden en knollen die er vanaf februari in bewaring wordt gegeven, komen van de Consultatieve Groep voor Internationaal Landbouwkundig Onderzoek (CGIAR). De toonaangevende instelling werd opgericht in 1971 en verbindt 15 openbare landbouwonderzoeksinstellingen met samen 8.500 medewerkers wereldwijd. De CGIAR hoopt dat de zadenbank een veilige opslagplaats wordt voor het “landbouwkundige erfgoed van de mensheid”, de “laatste vluchtheuvel” als andere collecties verloren gaan door oorlog of ontij. In alle centra van de CGIAR samen worden stalen van meer dan 600.000 verschillende plantensoorten bewaard.

Kroonjuwelen

“Het is een fabelachtige inspanning, maar het is het waard: we moeten deze onschatbare verzameling beschermen tegen elke denkbare ramp”, zegt Rodomiro Ortiz, de directeur van het Mexicaanse CIMMYT. Het CIMMYT is een van de leden van de CCIAR. Volgens Ortiz zullen de komende jaren almaar meer zaden naar Spitsbergen verscheept worden.

De initiatiefnemers plakken geen bedrag op de waarde van de verzameling. “De collecties van de CGIAR zijn de kroonjuwelen van de internationale landbouw”, zegt Cary Fowler, de directeur van de Global Crop Diversity Trust. Zijn organisatie betaalt de kosten voor de verpakking en het transport van de zaden. “Veel traditionele variëteiten van tarwe, maïs, rijst en bonen zouden al lang verloren zijn gegaan als we ze niet hadden opgeslagen”, stelt Fowler.

De gevaren die traditionele verzamelingen bedreigen, zijn niet denkbeeldig. Na de Amerikaanse inval in Irak in 2003 werd bijvoorbeeld een genenbank in het Iraakse Abu Ghraib geplunderd. Het voorval draaide gelukkig niet rampzalig uit omdat het CGIAR-centrum in Syrië dubbels had van de verzameling.

De opslagplaats in Spitsbergen heeft de interesse gewekt van de Amerikaanse filmmaker Oliver Stone. Die wil misschien een documentaire maken over de ‘Opslagplaats van het Laatste Oordeel’ zoals het initiatief intussen genoemd wordt.