Boeren in Mozambique raken steeds meer land kwijt

Nieuws

Boeren in Mozambique raken steeds meer land kwijt

William Mapote

22 februari 2013

Land in Mozambique wordt steeds schaarser, nu er steeds meer door buitenlandse agribusinessbedrijven wordt geleased en boeren worden verdreven. Dat zeggen boerenvakbonden.

“Wij denken dat land op zeer korte termijn zeer schaars wordt voor Mozambikanen”, zegt João Palate, woordvoerder van de UNAC (Nationale Boerenunie van Mozambique). “Dat komt doordat de regering buitenlandse investeerders aantrekt met de argumentatie dat we veel ongebruikt land hebben.”

Officiële cijfers van het Centrum ter Promotie van Investeringen zeggen dat Mozambique zo’n 19 miljoen hectare land heeft dat gebruikt kan worden voor landbouw, bosbouw en veeteelt. Daarvan is slecht 5,6 miljoen nu in gebruik.

“Maar wat er feitelijk gebeurt”, zegt Palate, “is dat investeerders komen die hun honger richten op land dat al door lokale bewoners wordt gebruikt.”

ProSavana

Zo’n 64 procent van Mozambikanen leeft op het platteland, waar ze vooral rondkomen van de landbouw. 45 procent leeft van minder dan een dollar per dag. In de afgelopen twee jaar heeft de regering meer dan tien nieuwe agribusiness-ontwikkelingsprojecten goedgekeurd. De grootste is ProSavana, waarin meer dan 10 miljoen hectare land is bestemd voor Braziliaanse en Japanse investeerders. Het bedrijf gaat soja telen voor de export, wat niet bijdraagt aan de eigen voedselzekerheid. Er leven op dit moment duizenden kleine boeren op dit land. De regering ontkent dat kleine boeren hun land kwijtraken.

“We hebben gevallen zoals het project in de provincie Niassa, waar vier hele districten aan Chikweti Forests zijn verhuurd”, zegt Palate. Chikweti is van een Zweeds investeringsfonds. “Duizend kleine boeren die er generaties lang hebben gewoond zijn verdreven.”

Volgens de grondwet is de grond van de staat en kan het niet worden verkocht, maar hebben individuen of groepen recht op het gebruik ervan en de winst daaruit. Mensen mogen dat recht aanvragen bij de overheid. Het kan ook worden toegewezen aan gemeenschappen die het meer dan vijf jaar lang bezetten.

Geen compensatie

Delfina Sidónio is moeder van drie kinderen. Vorig jaar verloor ze haar land van vijf hectare in Ruace in de provincie Zambézia, toen het Portugese bedrijf Quifel 10.000 hectare kocht om soja en zonnebloemen te verbouwen. “Ik werd weggestuurd van mijn land, dat ik van mijn ouders heb geërfd”, zegt ze. “Ik kreeg beloften van nieuw land om op te werken, plus 290 euro compensatie. Maar sindsdien heb ik maar een kwart van dat bedrag gekregen en over nieuw land is geen informatie te krijgen.” Sidónio is een van de meer dan tweehonderd boeren die hun land bij de deal zijn kwijtgeraakt.

“Het bedrijf beloofde ons in het begin nieuw land, infrastructuur, water en compensatie, maar na een paar maanden bleken het allemaal leugens”, zegt Ernesto Elias, hoofd van het boerenplatform in het gebied.

Inlossen

Het bedrijf ontkent de beschuldigingen. “We bereiden ons erop voor tot juni de overgebleven beloften in te lossen”, zegt een woordvoerder. “Vanaf dan zal niemand over landjepik kunnen praten, maar alleen over duurzame samenwerking tussen de gemeenschap en investeerders in de grootschalige landbouw.”

Mahomed Valá, van het ministerie van Landbouw, zegt dat de regering op de hoogte is van de klachten. Maar volgens hem kan hij op dit moment niets anders doen dan oproepen tot dialoog. “In principe gaat het erom dat het bedrijf niet alle beloften is nagekomen. Ik heb ze gesproken en geadviseerd om de dialoog te versterken en hun beloften in te lossen.”

“Het belangrijkste om te doen om conflicten om land te voorkomen, is win-winoplossingen zoeken”, zegt Rafael Uaiene, assistent-hoogleraar bij de faculteit landbouweconomie aan de Michigan State University. Mozambique is arm en heeft dus investeringen nodig om zijn potentieel te vergroten. “Maar het moet de landrechten van gemeenschappen ook waarborgen.” Win-win betekent daarbij dat het landgebruik wordt geoptimaliseerd. “En lokale gemeenschappen moeten compensatie krijgen en worden meegenomen in de investeringscyclus”, aldus Uaiene.