Bommenregen versombert oogstvooruitzichten

Nieuws

Bommenregen versombert oogstvooruitzichten

Hilmi Toros

01 april 2003

Voor de Irakese boeren had de oorlog niet op een
slechter ogenblik kunnen beginnen: in het noorden van het land moet
binnenkort de eerste oogst van de velden worden gehaald, en in het zuiden
breekt een belangrijke zaai- en planttijd aan. In mei en juni moet 1,5
miljoen ton graan worden binnengehaald en worden de groenten voor de
volgende oogst uitgeplant. De oorlog dreigt al die bezigheden in de war te
sturen.

Tot hiertoe heeft de landbouw in Irak nog niet veel geleden, maar als het
conflict niet snel voorbij is, zal het land waar het boeren 6.000 jaar
geleden werd uitgevonden dit jaar bitter weinig voedsel produceren. Experts
van de Voedsel en Landbouworganisatie van de VN (FAO) vrezen dat de
oorlogshandelingen zich zullen uitbreiden naar het vruchtbare noorden en
andere landelijke gebieden en dat daardoor veel boeren hun velden en vee in
de steek zullen laten. Zonder onderhoud verschroeien groene akkers snel
onder de ongenadige zon boven Irak; geiten en schapen komen aan hun einde
als ze niet dagelijks naar goede weidegronden worden geleid.

Zowat een derde van de Irakese bevolking werkt in de landbouw. De Irakese
boeren produceren aanzienlijke hoeveelheden tarwe, gerst, rijst, groenten en
dadels. Tarwe en gerst worden in juni en juli geoogst, rijst in september en
oktober. Irakese veetelers hebben naar schatting 1,5 miljoen dieren
rondlopen.

Een mislukking van het oogstseizoen zou rampzalig zijn. In het centrum en
het zuiden van Irak is meer dan een vijfde van de bevolking chronisch
ondervoed; 5,9 procent van de mensen in die regio’s lijdt echt honger.
Paradoxaal genoeg is ook vetzucht een probleem - de meeste Irakezen eten te
veel koolhydraten en te weinig groenten.

Zes op tien Irakezen waren tot voor het begin van de oorlog helemaal
afhankelijk van de rantsoenen die ze via het olie-voor-voedselprogramma
kregen. Extraatjes bijkopen is er voor veel Irakezen niet meer bij: 55
procent van de bevolking zit onder de armoedegrens. Zelfs water is een
probleem - de voorbije drie jaar is de hoeveelheid zuiver water die een
gemiddelde Irakees dagelijks ter beschikking heeft verminderd van 330 tot
150 liter.

De FAO en andere hulporganisaties van de VN zeggen 87 miljoen dollar nodig
te hebben om de oogsten en de veestapel in Irak te helpen beschermen. Dat
geld dient onder meer om vaccins aan te kopen voor de veestapel.