Bonussen verhinderen transitie naar schonere energie

Nieuws

Bonussen verhinderen transitie naar schonere energie

Bonussen verhinderen transitie naar schonere energie
Bonussen verhinderen transitie naar schonere energie

IPS

04 september 2015

De enorme bonussen voor ceo's van energiebedrijven vormen een belangrijke drempel in de transitie naar schonere energie. Dat is de conclusie van de Amerikaanse denktank Institute for Policy Studies in een nieuw rapport.

In het rapport onderzoekt het Institute for Policy Studies de dertig grootste Amerikaanse olie-, gas- en steenkoolbedrijven. De conclusies zijn opvallend: de ceo’s van die dertig bedrijven verdienden in 2014 samen 14,7 miljoen dollar. Dat is gemiddeld 9 procent meer dan het gemiddelde in de S&P 500, de vijfhonderd grootste bedrijven in de VS.

In de voorbije vijf jaar verdienden de voltallige managementteams van de dertig bedrijven samen 6 miljard dollar, genoeg om 3,3 miljoen huizen te isoleren of de bijdrage van de VS aan het Groene Klimaatfonds te verdubbelen.

Olievoorraden

Om de klimaatverandering onder de 2 graden Celsius te houden en zo de meest rampzalige gevolgen te vermijden, moet het grootste deel van de gekende oliereserves in de grond blijven. Toch beloont elk van de dertien onderzochte oliebedrijven het management voor een uitbreiding van die reserves.

Het grootste deel van de verloning van de ceo’s bestaat bovendien uit aandelen en aandelenopties, waardoor de ceo wordt gestimuleerd om op korte termijn te denken, zegt de studie.

‘Ons perverse bonussysteem beloonde de roekeloosheid die leidde tot de financiële crisis van 2008’, zegt Sarah Anderson, directeur Economie aan het instituut. ‘Diezelfde misplaatste beloningen moedigen nu roekeloosheid aan bij kaderleden van fossiele brandstofbedrijven die de hele wereld in gevaar brengen.’

Dat systeem is bovendien ook voor de investeerders in die bedrijven riskant, zegt haar collega Chuck Collins. ‘Een meer rationeel systeem zou de wereldleiders op het vlak van energie motiveren om verder te boren naar nieuwe reserves en een verschuiving te maken naar meer hernieuwbare energiebronnen.’