Borges verhit nog altijd Argentijnse gemoederen

Nieuws

Borges verhit nog altijd Argentijnse gemoederen

Marcela Valente

20 februari 2009

Prominente Argentijnen willen het lichaam van de bekende schrijver Jorge Luis Borges vanuit Zwitserland laten overbrengen. Maar het verzet van de weduwe is groot. Het debat over de laatste wens van de auteur blijft de gemoederen verhitten.

Borges, die als geen ander de straten en achterbuurten van zijn geboortestad Buenos Aires beschreef, stierf op 14 juni 1986, op 87-jarige  leeftijd, in Genève aan de gevolgen van leverkanker. Hij had zich in datzelfde jaar in de Zwitserse stad gevestigd, samen met de Argentijnse schrijfster María Kodama, waarmee hij tien maanden voordien getrouwd was. Borges had in zijn vroege jeugd nog in Zwitserland gewoond maar de rest van zijn leven had hij in Buenos Aires doorgebracht.

Alejandro Vaccaro, een van Borges’ biografen en voorzitter van de Argentijnse schrijversvereniging SADE, zegt dat “Borges “besloten had in Genève te gaan sterven, maar op geen enkel moment heeft hij gezegd, ook al heeft hij daartoe gelegenheid genoeg gehad, dat zijn resten daar zouden blijven.” Had Borges gewild, zegt Vaccaro, dan had hij zijn wens om in Zwitserland begraven te worden vermeld in zijn tweede en definitieve testament enkele maanden voor zijn dood.

Volgens Vaccaro had de auteur in gedichten, bloemlezingen en informele gesprekken te kennen gegeven dat hij bijgezet wilde worden in het familiegraf op de Recoletabegraafplaats in Buenos Aires. Borges’ weduwe ontkent dat niet maar relativeert die uitspraken, aangezien ze vele jaren vóór zijn dood werden gedaan.

Parlementslid

Vaccaro werkte mee aan het voorstel van parlementslid Beatriz Lenz om de resten van grote Argentijnse intellectuelen en kunstenaars naar Argentinië terug te brengen. Vanuit Zwitserland wil Lenz bijvoorbeeld de resten van Borges en de musicus Alberto Ginastera (1916-1983) laten repatriëren, vanuit Frankrijk die van de schrijver Julio Cortázar (1914-1984). Argentinië repatrieerde al eerder de resten van vooraanstaande inwoners, bijvoorbeeld van de schrijver Ricardo Guiraldes (1886-1927), vriend van Borges, die eerst in Frankrijk begraven was geweest.

Lenz borg haar plannen voor Borges’ repatriëring deze maand op na een ontmoeting met María Kodama. Het parlementslid wilde naar eigen zeggen “een traumatische gebeurtenis” die “polemiek” en “pijn” zou veroorzaken, vermijden. “María Kodama is de universele erfgename van Borges en iets doen dat tegen haar wil ingaat is absurd.”

Het plan werd dus verlaten maar de polemiek hield aan. Vóór de bijeenkomst met Lenz had Kodama verklaard “dat in een democratie niemand kan beschikken over het allerheiligste, het lichaam van een ander.”  Volgens SADE-voorzitter Vaccaro is Borges’ laatste levensjaar in mysterie gehuld. In nauwelijks enkele maanden tijd veranderde hij van arts, trouwde hij, veranderde hij zijn testament ten voordele van zijn vrouw, ging hij in Zwitserland wonen, kwam hij terug op zijn beslissing om gecremeerd te worden, en verbrak hij de banden met familie en dichte vrienden.

Zeer boos

In 2004 publiceerde Vaccaro El señor Borges met getuigenissen van de huishoudster die 35 jaar bij Borges en diens moeder had ingewoond. De vrouw vertelde aan Vaccaro dat ze een notariële akte had gezien waarin Borges toestemming gaf om zijn resten te cremeren. Kodama was over Borges’ voornemen zeer boos geworden, zei de huishoudster.
 
Na het overlijden van de schrijver schreef diens zuster, beeldend kunstenares Norah Borges, een brief aan de krant La Razón, waarin ze haar verbazing uitsprak over de dood van haar broer en diens beslissing om zijn resten in Zwitserland te laten. “Ik heb via de kranten vernomen dat mijn broer gestorven is in Genève, ver van ons en van vele van zijn vrienden, aan een verschrikkelijke ziekte waarvan we niet wisten dat hij die had.”