Braziliaanse regering nog lang niet tevreden met prijzen aidsremmers

Nieuws

Braziliaanse regering nog lang niet tevreden met prijzen aidsremmers

Mario Osava

15 januari 2004

Ondanks de indrukwekkende kortingen die het nu al geniet, blijft Brazilië keihard onderhandelen met de producenten van aidsremmers om verder prijsdalingen toe te staan. Bedrijven die niet willen toegeven, dreigen via dwanglicenties helemaal buitenspel te worden gezet. In Brazilië krijgen alle seropositieven gratis aidsremmers van de overheid. Dat is maar vol te houden als de prijzen voor die geneesmiddelen verder zakken.

Merck Sharp & Dhome, een dochteronderneming van in het VS gevestigde consortium Merck, staat het Braziliaanse ministerie van Volksgezondheid sinds november een korting van 77 procent toe bij de aankoop van de aidsremmer efavirenz. Sinds 1998 heeft het bedrijf op aandringen van de Braziliaanse overheid steeds meer van de oorspronkelijke prijs afgeschaafd, zodat een dagdosis nu nog 1,25 euro kost. Maar Brazilië is nog niet tevreden. Onderhandelaars van de regering hebben Merck gevraagd Brazilië een vrijwillige licentie toe te kennen, zodat het staatsbedrijf Far-Manguinhos bij Rio de Janeiro efavirenz kan gaan produceren. Daardoor zou de kost van een dagdosis zakken tot 69 dollarcent. Merck zou in ruil royalties opstrijken. Over het voorstel wordt nog onderhandeld.

Efavirenz is een van de 15 geneesmiddelen die gebruikt worden in het Braziliaanse behandelingsprogramma voor seropositieven. De behandeling is gratis voor alle patiënten. Het programma werd opgezet in 1996, en nu profiteren er zo’n 135.000 mensen van. Het initiatief, dat geprezen wordt door de Wereldgezondheidsorganisatie, kost Brazilië jaarlijks 550 miljoen real (150 miljoen euro). Dat bedrag kan makkelijk met 30 tot 40 procent stijgen als er nieuwe middelen moeten worden opgenomen omdat het HIV-virus resistent blijkt te worden tegen de oudere medicijnen, legt Alexandre Grangeiro uit. Hij staat aan het hoofd van de afdeling aids en soa’s van het Braziliaanse ministerie van Volksgezondheid. Brazilië is gedwongen het onderste uit de kan te halen, stelt Grangeiro.

Soms gaat het daarbij hard tegen hard. Van de Zwitserse farmagigant Roche is sinds 1999 het middel nelfinavir in het programma opgenomen. Roche geeft Brazilië al een korting van 66 procent op het middel en heeft aangegeven tot 72 procent te willen gaan, maar de Braziliaanse onderhandelingspartners stelden dat er zeker nog eens 30 procent van de prijs af kon als het geneesmiddel in een Braziliaans overheidsbedrijf zou worden geproduceerd. Roche is tegen die oplossing. De Braziliaanse regering dreigt er nu mee via een dwanglicentie toch zelf met de productie van nelfinavir te beginnen.

Grangeiro vindt dat Brazilië niet overdrijft. Het Amerikaanse Bristol-Myers deed meteen 76,4 procent van de prijs af toen zijn nieuwe aidsremmer atazanavir eind 2003 in het Braziliaanse programma werd opgenomen, stelt Grangeiro. Producenten die in het programma raken, zijn verzekerd van een grote afzet zonder dat ze in Brazilië nog geld moeten uitgeven aan reclame of distributie. Voor Merck leveren aidsremmers 18 procent van de totale omzet in Brazilië op. Wereldwijd maken aidsremmers maar 1,5 procent uit van de verkoop van Merck.

Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie leven er zes miljoen seropositieven in de ontwikkelingslanden die met aidsremmers zouden moeten worden behandeld. Momenteel krijgen daarvan maar 300.000 mensen de nodige geneesmiddelen. Van die groep leven er 135.000 in Brazilië. De Braziliaanse markt is dus belangrijk.

Merck is het niet eens met de bewering van de Braziliaanse regering dat het aidsprogramma nog altijd te duur is. Het programma bedraagt volgens de onderneming nog 1,8 procent van de begroting van Volksgezondheid, tegenover drie procent drie jaar geleden. Merck staat erop dat de internationale patentregeling wordt gerespecteerd. De winsten en de royalties zijn volgens het bedrijf nodig om voldoende te kunnen investeren in onderzoek naar nieuwe geneesmiddelen. Merck zegt er wel naar te streven dat zoveel mogelijk mensen toegang krijgen tot aidsremmers. In de armste landen waar de aidsepidemie het ergst is, wil de onderneming de grootste kortingen toestaan. Brazilië is niet zo arm en telt relatief gezien vrij weinig seropositieven; daarom kan het land volgens Merck meer betalen. Maar in vergelijking met de kopers in de industrielanden komt Brazilië toch goedkoop weg.