Breedband kan digitale kloof niet dichten

Nieuws

Breedband kan digitale kloof niet dichten

Breedband kan digitale kloof niet dichten
Breedband kan digitale kloof niet dichten

José Domingo Guariglia

30 september 2011

Ondanks een wereldwijde stijging van het internetgebruik blijft er een diepe kloof tussen geïndustrialiseerde en ontwikkelingslanden, met name wat betreft breedbandinternet. Dat blijkt uit cijfers van de International Telecommunications Union (ITU), een agentschap van de Verenigde Naties.

De ITU onderzoekt voor meer dan 150 landen hoe ver ze staan op het vlak van informatie- en communicatietechnologie (ICT). Het maakt daarvoor gebruik van twee indexen. De ICT-ontwikkelingsindex (IOI) meet voor 152 landen hoever de infrastructuur en het gebruik ontwikkeld zijn in de voorbije twee jaar. De ICT-prijskorf (IPK) meet dan weer hoe sterk de prijzen voor ICT-gebruik schommelen in 165 landen. De IPK houdt rekening met onder meer de gemiddelde prijzen voor een telefoonlijn, een abonnement voor mobiele telefonie en breedbandtoegang.

De indexen tonen aan dat de ontwikkeling van ICT er wereldwijd snel op vooruitgaat, en dat ook de gemiddelde kost met 18 procent is gedaald. Breedband blijkt er bijzonder snel op vooruit te gaan: de gemiddelde prijs daalde in de voorbije twee jaar met maar liefst 52 procent.

Kloof

Maar de kloof tussen rijke en ontwikkelingslanden blijft diep, met name wat betreft breedbandinternet. Toch is breedband internet verre van een luxe, zegt Gary Fowlie van ITU. Het is een noodzakelijke voorwaarde om e-government mogelijk te maken en om de millenniumdoelstellingen van de VN te halen. Dat zijn acht internationaal aanvaarde doelstellingen die een leidraad vormen voor de inspanningen om de armoede en andere grote ontwikkelingsproblemen in de wereld terug te dringen.

“Breedband maakt het mogelijk om de gezondheidszorg, het onderwijs en de administratie via het internet mogelijk te maken”, zegt Fowlie. Maar in arme landen blijft het onbetaalbaar.

Regulator

Zuid-Korea leidt in de Ontwikkelingsindex, maar acht van de tien eerste plaatsen gaan naar Europese landen. Dat is niet toevallig, zegt Fowlie, want veel Europese landen hebben een vrij homogene bevolking, nationale breedbandplannen en een goed ontwikkelde marktregulator. Vooral die laatste is belangrijk om ervoor te zorgen dat ook minder toegankelijke gebieden worden ontsloten. Als de privésector carte blanche krijgt, dreigt er immers een kloof tussen stad en platteland, tussen de geslachten of leeftijdscategorieën.

Ontwikkelingslanden groeiden sneller dan rijke landen op het vlak van toegang tot en implementering van ICT. Mobiele telefonie bijvoorbeeld groeide het snelst in Afrika. Maar het is ook de regio met de laagste scores in de ontwikkelingsindex. De hoge kosten en een gebrek aan interesse bij de overheid zijn de belangrijkste oorzaken.