Broederlijk Delen wil Samuel nomineren voor nobelprijs
Maaike Cordy
17 februari 2010
Spilfiguur van de jaarlijkse vastencampagne van Broederlijk Delen is de Boliviaanse boer Samuel, die zelf actie onderneemt tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Daarom wil de ngo Samuel laten nomineren voor de symbolische Nobelprijs voor duurzame ontwikkeling.
Voor ons is de klimaatverandering nog niet goed voelbaar maar in het Zuiden zijn de gevolgen al duidelijk. Ook op de Andeshoogvlakte in Bolivia, waar Samuel vandaan komt. Landbouw in de Andes is altijd al lastig geweest maar men had in de loop der jaren een werkbare manier gevonden. Nu staat men echter voor nieuwe uitdagingen door de impact van het veranderde klimaat.
Grotere periodes van droogte en neerslag die heviger wordt, dat zijn de voornaamste problemen waarmee de bevolking wordt geconfronteerd. Door de droogte mislukken oogsten en door hevige neerslag, stormen en hagel wordt vruchtbare grond weggespoeld of de oogst vernield. Minder productie betekent een lager inkomen en dat brengt dus ook meer armoede met zich mee, wat op zich al een probleem is in Bolivia. Meer dan de helft van de bevolking leeft er onder de armoedegrens.
Voor het Zuiden volstaat het niet topoverleg te plannen of vergaderingen te voorzien, beslissingen kunnen niet meer worden uitgesteld. Daarom gaat de lokale bevolking zelf aan de slag, zo ook Samuel. Hij staat symbool voor alle lotgenoten die met hun eigen strijd tegen de opwarming van de aarde een prijs verdienen, vindt Broederlijk Delen. Daarom roept de ngo op om de petitie voor zijn symbolische Nobelprijsnominatie te ondertekenen, online of op papier.
Equipo Kallpa
Broederlijk Delen werkt voor dit project samen met de Boliviaanse partner Equipo Kallpa, een organisatie die bottom-up werkt en dus de noden van de gemeenschap goed kent. De kleine ngo steunt zo’n vierduizend personen uit tweeëntwintig gemeenschappen die op de Andeshoogvlakte leven.
Een verbetering van de landbouwproductie is hun voornaamste taak, naast hulp bieden bij de commercialisering en verwerking van de producten. Ze werken zowel aan bodembeheer, beheer van watervoorraden als aan beheer van natuurlijke bodembedekking. Het droogteprobleem probeert men bijvoorbeeld op te lossen door de aanleg van een waterreservoir.
Het water uit het reservoir wordt daarna via buizen naar de velden vervoerd en gesproeid, zodat het gelijkmatig is verdeeld en erosie kan worden vermeden. Ook kan de aanplanting van gewassen met diepe wortels erosie tegengaan. Op die manier wordt de bovenste, vruchtbare grondlaag vastgehouden en spoelt deze niet weg. De gewassen dienen bovendien als voer voor het vee.
De maatregelen en nieuwe, duurzame technieken lijken een positief effect te hebben. Ondertussen kan men twee maal per jaar oogsten (in december en april) in plaats van een maal, kan men een grotere variëteit brengen en meer produceren. Eventuele overschotten van overproductie kunnen worden verkocht.
Op naar Mexico
Na de gemiste kans van Kopenhagen ijvert Broederlijk Delen voor een nieuw en daadkrachtig klimaatakkoord. Daartoe krijgt men misschien de kans tijdens de top van de Verenigde Naties in Mexico, die in november 2010 plaatsvindt. Broederlijk Delen wil de problematiek op de politieke agenda krijgen en wil daarom ook onze politici sensibiliseren. België kan immers een vooraanstaande rol spelen als voorzitter van de Europese Unie in de tweede helft van dit jaar.
Om te scoren in Mexico lanceren CIDSE (het internationaal netwerk waartoe Broederlijk Delen samen met vijftien andere Europese zusterorganisaties behoort) en Caritas International een campagne onder de titel Grow Climate Justice.
De twee grote katholieke organisaties willen erop toezien dat een nieuw akkoord meer gerechtigheid, meer steun en meer engagement bevat. Grow Justice, omdat men in het Zuiden ook recht heeft op hun eigen woongebied, milieu en voedselproductie. Grow support, omdat er veel financiële steun nodig is om de gevolgen van de klimaatverandering tegen te gaan. Het zou om honderdvijfendertig miljard euro gaan, volgens wetenschappers, bovenop de huidige ontwikkelingsbudgetten.
Tenslotte eist men met grow commitment dat industrielanden hun verantwoordelijkheid opnemen en een drastische vermindering van de uitstoot van broeikasgassen voorop stellen, veertig procent tegen 2020 en tegen 2050 tachtig tot vijfennegentig procent.
http://www.nomineersamuel.be/petitie