Burgeroorlog belemmert wederopbouw in Sri Lanka

Nieuws

Burgeroorlog belemmert wederopbouw in Sri Lanka

Amantha Perera

29 juli 2007

De wederopbouw na de verwoestende tsunami die Sri Lanka in december 2004 trof, houdt in verschillende regio's geen gelijke tred. In het zuiden van het land verloopt de reconstructie voorspoedig. Het noordoosten, toneel van geweld tussen overheidstroepen en Tamil-rebellen, ligt hopeloos achter.

Juist in de zwaarst getroffen regio’s verlopen de herstelwerkzaamheden het moeizaamst. In het noordoosten van het land, dat de laatste negentien maanden te maken heeft met een opleving van sektarisch geweld, bleken hulporganisaties en overheidsinstanties soms niet in staat om locaties te bereiken.  
Over het geheel genomen lijkt de reconstructie geslaagd. Meer dan 80 procent van de 118.000 nieuwe huizen zullen tegen het einde van het jaar afgewerkt zijn, zeggen functionarissen van het Reconstruction and Development Agency (RADA), de belangrijkste overheidsautoriteit die toezicht houdt op de wederopbouw. Maar bij 7.000 huizen, vooral in het noordoosten, is de bouw nog niet eens begonnen.  
“In het noorden en het oosten verloopt de reconstructie langzamer dan in het zuiden”, stelt anti-armoedegroep ActionAid in het rapport ‘Voices from the Field’. “Nog geen 12 procent van de volledig beschadigde huizen in het noorden is afgewerkt. In het oosten is dat ongeveer 26 procent en in het zuiden 86 procent.”   
Uit cijfers die de regering en donoren vrijgaven vlak na de ramp, werd 60 procent van de hulpbehoefte toegeschreven aan het noordoosten. “Het bleek erg moeilijk om de plaatsen in het noordoosten te bereiken vanwege de gevechten. We onderzoeken de situatie, maar we kunnen geen voorspellingen doen”, zegt Ramesh Selliah, directeur huisvesting van RADA.

Daklozen

In december 2005 brak hevig geweld uit tussen overheidstroepen en Tamil Tijgers. Dat geweld hield sindsdien aan en leidde tot de dood van 4.500 mensen, waaronder 1.500 burgers. Als gevolg van recente gevechten moesten 300.000 mensen gedwongen hun huizen verlaten. De tsunami maakte al 60.000 mensen dakloos. Zij leven nog steeds in de tijdelijke opvang die na de tsunami voor hen werd ingericht in het noordoosten.  
“De toegang tot sommige bouwplaatsen is beperkt en transport van materialen moeilijk of onmogelijk. De bewegingsvrijheid van afgevaardigden en staf wordt ernstig belemmerd. Die factoren leiden tot vertragingen bij het bereiken van de wederopbouwdoelstellingen. Projecten die in de frontlinie liggen, zijn bevroren”, staat in een onderzoeksrapport van het Internationale Rode Kruis (IFRC). Het Rode Kruis nam de taak op zich om 26.000 huisvestingsunits te bouwen.  
“Sinds het midden van 2006 heeft het conflict in Sri Lanka de aandacht van de humanitaire gemeenschap afgeleid van de wederopbouw na de tsunami. Er volgde een heroriëntatie en in het noorden en oosten kwamen programma’s bedoeld voor mensen die door het oplevende geweld ontheemd waren geraakt”, aldus de IFRC.  
Volgens RADA heeft het oostelijke district Ampara, dat 24 procent van alle tsunamischade aan huizen opliep, slechts 14 procent van de door de Verenigde Staten beloofde 58 miljoen dollar ontvangen. Het zuidelijk gelegen Hambantota kreeg daarentegen 45 miljoen dollar toegezegd en uitbetaald, terwijl slechts 11,4 miljoen dollar was gevraagd.

Checkpoint

De recente ontdekking van met explosieven volgeladen vrachtwagens op weg naar het zuiden van het eiland, bemoeilijkt ook het vervoer van voorraden. Alle vrachtwagens die naar het noorden gaan, behalve die van het Wereldvoedselprogramma, moeten nu bij een checkpoint halverwege de reis worden uitgeladen, en weer ingeladen na inspectie. Een procedure die extra tijd en geld kost. Ook het transport van brandstof en bouwmateriaal naar gebieden die onder controle van de Tamil Tijgers staan, is aan banden gelegd.  
Het noordelijke schiereiland Jaffna lijkt het het moeilijkste te hebben, omdat de regering in augustus vorig jaar de enige weg, de snelweg A9, afsloot. Dat gebeurde na aanvallen van de Tamil Tijgers. De 500.000 bewoners van Jaffna zijn afhankelijk van overheidshulp die via zee wordt aangevoerd en van een paar chartervluchten van de VN.