Burgerrechten in vergeethoek op Sri Lanka
IPS
02 november 2007
Sri Lanka ontkent de aantijgingen van een topfunctionaris van de VN, maar er is weinig twijfel dat de oplaaiende burgeroorlog de mensenrechten in het land naar een nieuwe dieptepunt voert.
In oktober bracht speciaal VN-gezant voor Martelingen Manfred Novak een bezoek aan Sri Lanka. Zijn rapport windt er geen doekjes om: martelingen worden “breed toegepast” en “zijn goed op weg om routine te worden bij ondervragingen van mensen die van terrorisme worden verdacht.”
“Tijdens mijn bezoeken aan politiekantoren en gevangenissen hoorde ik talrijke consistente en geloofwaardige verhalen van de gevangenen,” getuigt Novak. “Ze vertelden dat ze werden mishandeld om bekentenissen af te dwingen of om informatie te verkrijgen. Over het leger kreeg ik gelijklopende getuigenissen.”
De Srilankaanse minister van Mensenrechten Samarasinghe reageerde woensdag dat Sri Lanka een ‘zero-tolerance’ politiek voert rond marteling. Hij voegde eraan toe dat de regering het rapport zal bestuderen en actie zal ondernemen tegen ambtenaren die gevangenen sloegen nadat die met de VN-gezant hadden willen praten.
Maar na een incident enkele weken geleden klinken de beweringen van de overheid allerminst overtuigend. Toen ontkende de regering dat de ordediensten naakte lichamen van Tamilrebellen tentoonstelde na een aanval op een luchthaven. Maar ze moest bakzeil halen toen er foto’s van het incident opdoken. Ooggetuigen beschreven hoe de lichamen met een open tractor van de luchthaven naar het mortuarium werden gebracht, en hoe de omstanders zonder problemen tot bij de tractor konden komen.
“Dit had nooit mogen gebeuren, het is in strijd met alle internationale conventies,” zegt Sunanda Deshapriya van het Centre for Policy Alternatives, een denktank in Colombo. Het incident is volgens hem maar een van de voorbeelden waarachter een bredere evolutie schuilgaat. “Wat we de voorbije twintig maanden hebben meegemaakt, is de geleidelijke erosie van burgerrechten in naam van de strijd tegen een terreurgroep.”
Net als Louise Arbour, de VN-Mensenrechtencommissari die het land bezocht in oktober, pleit Novak voor een permanente missie van het Hoog Commissariaat van de Mensenrechten in Sri Lanka. Het kantoor zou de situatie ter plaatse moeten monitoren en kan technische ondersteuning geven bij de hervorming van het gevangeniswezen.
De laatste maanden groeit er in de internationale gemeenschap steeds meer steun voor zo’n permanente vertegenwoordiging in Sri Lanka. Maar de overheid heeft het idee altijd verworpen en lijkt vastbesloten de Tamilrebellen militair te overwinnen.
Activisten als Sunila Abeysekera, die vorig jaar nog de prijs ‘Verdediger van de Mensenrechten’ van Human Rights Watch kreeg, zien dan ook niet meteen een einde aan de problemen. “Het is nog nooit zo erg geweest,” zegt ze. “We hebben te maken met een humanitaire crisis én een mensenrechtencrisis.”