Burkina schraapt geld bijeen voor strijd tegen de dorst
Tiego Tiemtoré
26 maart 2006
Arme Afrikaanse landen moeten hemel en aarde bewegen om al hun inwoners aan zuiver drinkwater te helpen. Burkina Faso geeft meer dan 10 procent van zijn overheidsbudget uit aan drinkwatervoorziening, maar dat is nog lang niet genoeg.
Céline Kaboré, een 36-jarige vrouw met vier kinderen, gaat net als haar moeder en grootmoeder nog elke dag water halen met een grote kruik op haar hoofd. Anders dan de generaties voor haar krijgt Kaboré, een inwoonster van een buitenwijk van Ouagadougou, de hoofdstad van Burkina Faso, het vocht wel uit de waterleiding. Maar ze moet 2 kilometer lopen naar de dichtstbijzijnde openbare kraan.
Burkina Faso doet grote inspanningen om al zijn burgers toegang te bieden tot zuiver drinkwater. In de Burkinese hoofdstad verlaagde de regering vorig jaar de prijs van een individuele aansluiting op de drinkwaterdistributie van ongeveer 300 tot 76 euro. Maar dat is nog altijd erg veel geld voor de gemiddelde Burkinees. Veel mensen blijven aangewezen op openbare kranen.
Drinkwater kan niet echt goedkoop worden in het droge en arme Burkina. De kraan waar Kaboré haar kruik vult, wordt gevoed met water uit drie kleine stuwdammen. Op het platteland moeten diepe waterputten worden gegraven, ook geen goedkope aangelegenheid. De staat is te arm om alle kosten te dragen.
Burkina gaf de voorbije jaren telkens ongeveer 108 miljoen euro uit aan drinkwatervoorziening, een tiende van wat de overheid in het totaal kan uitgeven. Donorlanden en niet-gouvernementele organisaties legden nog eens een veelvoud van dat bedrag bij.
De resultaten mogen op het eerste gezicht gezien worden. Meer dan zeven van de ruim 12 miljoen inwoners van Burkina hebben nu toegang tot zuiver drinkwater. Op het platteland zijn 1.600 kleine en middelgrote dammen gebouwd om het oppervlaktewater maximaal te kunnen benutten.
Maar het volstaat niet. Net als veel andere Afrikaanse landen zit Burkina niet op koers om tegen 2015 het aantal burgers dat nog zonder proper drinkwater zit, te halveren. Dat is één van de Millenniumdoelstellingen die alle wereldleiders in 2000 plechtig onderschreven. In Burkina maakt vooral de stedelijke bevolkingsgroei de uitdaging groot.
Volgens Ibrahim Kaboré, algemeen secretaris van het ministerie van Landbouw en Water, kan Burkina zijn drinkwaterproblemen alleen oplossen als de staat, de plaatselijke besturen, de donorlanden, niet-gouvernementele organisaties en de privé-sector de handen ineen slaan en hun inspanningen nog opdrijven.
Daarbij moet er speciale aandacht komen voor stedelijke gebieden en regio’s die met de grootste watervoorzieningsproblemen kampen, vindt Issa Traoré, een waterbouwkundig ingenieur. De socioloog Ibrahim Kinda pleit dan weer voor voordeeltarieven om ook de allerarmsten toegang te bieden tot proper drinkwater.
De Burkinese regering probeert nog dieper in de schatkist te gaan om de watervoorziening van het land de komende decennia veilig te stellen. Vorig jaar werd de grote Ziga-dam ingehuldigd, die met zijn indrukwekkende stuwmeer in de eerste plaats de behoeften van de 1,3 miljoen inwoners van Ouagadougou moet dekken. Op termijn moeten ook andere steden in de buurt van het water kunnen profiteren. De totale kostprijs van die werken wordt op 230 miljoen euro geschat.
Begin deze maand gaven de donorlanden ook groen licht voor de bouw van de Samandéidam op de Mouhoun, een rivier in het westen van land. Dat nieuwe bouwwerk gaat 280 miljoen euro kosten en moet een gebied van 150 vierkante kilometer van irrigatiewater voorzien. (PD)