Buurlanden huiverig voor China

Nieuws

Buurlanden huiverig voor China

Antoaneta Bezlova

27 oktober 2010

Chinese heerszucht bij recente territoriale onenigheid met buurlanden, heeft een open zenuw geraakt. Aan de vooravond van de Oost-Aziëtop dit weekend in Hanoi, groeit in de regio het wantrouwen ten opzichte van China.

Terwijl de spanningen tussen Peking en Tokio voorlopig nog niet lijken te verminderen, klinken steeds meer angstige stemmen dat China, dat onlangs Japan inhaalde als de op één na grootste economie ter wereld, de ambitie heeft zo snel mogelijk in het verleden verloren gebieden terug te claimen.

Sommige analisten beweren zelfs dat het herstel van een internationale orde waarbij China suprematie in de regio en daarbuiten nastreeft, op de agenda van het Chinese leiderschap staan.
 
Het Amerikaanse tijdschrift Foreign Policy schreef deze maand dat Beijing de filosofie van een “vreedzame opkomst” heeft verlaten. China zou zichzelf steeds meer zien als het middelpunt van de wereld, met een plaats bovenaan de politieke hiërarchie. Andere soevereine staten zouden worden beschouwd als lagere, ondergeschikte entiteiten.

Egocentrisme

Niet alleen buitenlandse kranten, ook nationalistische Chinese media zoals ‘Global Times’ publiceren over de herleving van de oude Chinese mentaliteit bij de heersende elite in het land.

“Het Chinese succes is het resultaat van hervormingen en meer openheid, maar dat succes heeft niet gezorgd voor een meer ‘open mind’. Integendeel, het heeft gezorgd voor een terugkeer naar een egocentrische ideologie”, schreef de krant op 11 oktober in een opiniestuk. “De culturen rondom China zijn, historisch gezien, bezorgd te worden overweldigd door andere machtige beschavingen. Nu voelen ze zich ongemakkelijk bij de Chinese nadruk op de eigen beschaving.”

In september beweerde dezelfde krant dat de Chinese claims met betrekking tot de Senkaku/Diaoyu-eilanden onderdeel waren van een bredere claim op de Okinawa-prefectuur, die Japan zich zou hebben toegeëigend tijdens de Qing-dynastie, die in de vroege negentiende eeuw heerste.

Toen de onenigheid over de rotsachtige eilanden in september uit de hand liep, zegde Beijing diplomatieke bijeenkomsten met Tokio af. Ook werd de export van zeldzame grondstoffen, waar Japan van afhankelijk is, afgesneden. China eiste een excuus nadat Tokio de gearresteerde bemanning van een Chinese vistrawler had vrijgelaten.

Grondstoffen

De Chinese woede was ook voelbaar toen het land zich liet gelden met betrekking tot de betwiste territoria in de Zuid-Chinese Zee en de Verenigde Staten dat gebied bestempelden als “zeegebied voor gezamenlijk gebruik”.

Tijdens een bijeenkomst van de Associatie van Zuidoost-Aziatische Landen (Asean) in juli, benadrukte de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Hillary Clinton, dat de VS grote waarde hechten aan een vrije doorvaart in de Zuid-Chinese Zee. Clinton noemde het een kwestie van “nationaal belang”. In de regio bevinden zich zes eilanden(groepen), zoals de Spratly en Paracel- eilanden, die deels of geheel geclaimd worden door niet minder dan zes landen.

De Chinese minister van Buitenlandse Zaken, Yang Jiechi, antwoordde dat voor Beijing de Zuid-Chinese Zee van “bijzonder nationaal belang” is en dat China een groot land is en dat andere landen klein zijn “Dat is nu eenmaal een feit”, zei hij.
 
De recente territoriale ruzies van China gingen vooral over zeegebied, want China wil zijn ontwikkeling versnellen en daarvoor zijn grondstoffen nodig. In augustus meldde Beijing dat het een bemande onderzeeër naar de Zuid-Chinese Zee had gestuurd om een vlag op de zeebodem te plaatsen en te beginnen met onderzoek naar mineralen. Van de Senkaku/Diaoyu-eilanden in de Gele Zee wordt gezegd dat op een plek liggen met grote hoeveelheden aardgas.