Cambodjaanse uitvoer van fietsen naar Europa stijgt spectaculair
Michelle Tolson
28 januari 2013
De Cambodjaanse uitvoer van fietsen naar Europa is in de eerste helft van vorig jaar spectaculair gestegen. De verhuizing van Thaise en Chinese productie blijkt de oorzaak te zijn.
In de eerste helft van 2011 exporteerde Cambodja 140.000 fietsen naar de Europese Unie. In de eerste helft van vorig jaar slaagde het land erin zijn fietsexport naar de EU te verdrievoudigen, naar 520.000 fietsen.
De Vereniging van Europese Fietsenfabrikanten (EBMA) startte een onderzoek. Ze stelde vast dat fietsfabrikanten hun productie van Thailand en China naar Cambodja hadden verhuisd als gevolg van stijgende kosten.
Stijgende lonen
De stijgende kosten in China en Thailand worden vooral toegeschreven aan stijgende lonen. Het minimumloon in Thailand ging onlangs omhoog naar 300 baht (7 euro) per dag. In de Chinese fietsindustrie gingen de lonen naar 300 euro per maand. In Cambodja blijven de laagste lonen op 45 euro per maand.
Door de verhuizing wordt ook op taksen bespaard. De 48 minst ontwikkelde landen, waaronder Cambodja, mogen sinds 2011 zonder heffingen naar de EU exporteren. De Cambodjaanse export naar Europa groeide in 2011 meteen met 53 procent en maakte van de EU de twee grootste exportpartner, na de VS.
In de Cambodjaanse textielsector is een loonstijging op komst omdat er te weinig personeel is, melden plaatselijke media. Het ministerie van Sociale Zaken stelt de vakbonden salarissen voor van 70 tot 110 euro per maand.
Maaltijd delen
In fietsfabrieken moeten de arbeiders het stellen met 1,5 euro per dag, zegt Srun Srorn, activist en ngo-adviseur. Ze leggen samen om één maaltijd te kopen die ze dan delen, zegt hij.
Sommige fabrieken betalen de arbeiders een maaltijd. De pauzes zijn kort, de arbeiders eten van eetkraampjes net buiten de fabriek. Sommige fabrieken voorzien ook in een transportvergoeding. Cambodja heeft geen openbaar vervoer. Veel arbeiders moeten daarom betalen voor een motorfietstaxi.
Stakingen
Cambodjaanse media meldden midden december dat duizend arbeiders in fietsfabriek Smart Tech in Svay Rieng het werk neerlegden uit onvrede over hun loon. Twee maanden voordien was een staking gesignaleerd bij A&J, een andere fietsfabrikant.
Het loon bedraagt nog altijd 45 euro per maand, maar de directie kondigde wel een transportvergoeding van 10 euro aan en de betaling van overuren, zegt Nhanh Kosol, een van de arbeiders.
De fabriek “valt wel mee want ik heb ten minste een baan. De werkomstandigheden zijn de ene dag goed, de andere dag slecht. Het loon volstaat niet om van te leven en alles wordt voortdurend duurder.” In de twee jaar dat hij er werkt, braken al twee of drie stakingen uit. “Het kan iets veranderen, maar niet veel.”