Canadese zalmkwekerijen bedreigen voortbestaan wilde zalm

Nieuws

Canadese zalmkwekerijen bedreigen voortbestaan wilde zalm

Stephen Leahy

17 december 2007

Binnen vier jaar dreigen grote populaties van wilde roze zalm langs de westkust van Canada definitief te verdwijnen door infecties met parasieten uit zalmkwekerijen. Dat zeggen wetenschappers in hun vakblad Science.

Tachtig procent van de jonge roze zalmen die elk jaar hun weg naar zee zoeken langs de eilanden van de Broughtonarchipel, bezwijkt aan infecties door zeeluizen uit de plaatselijke zalmkwekerijen.  De archipel ligt aan de Canadese westkust, 300 kilometer ten noorden van Vancouver.
Als die trend zich doorzet, is het binnen vier jaar gedaan met de roze zalm, een soort die inheems is langs de kust van de Canadese provincie British Columbia.
British Columbia is de op drie na grootste producent van kweekzalm. Het gros van de ruim 200 miljoen euro zalm die jaarlijks wordt verkocht, gaat naar de Verenigde Staten. De zalmen in de kwekerijen zijn niet-inheemse Atlantische zalmen, die vaak last hebben van zeeluizen, kleine parasieten die zich voeden met de huid en de slijmvliezen van de vis.
De inheemse roze zalm brengt het grootste deel van zijn leven op zee door, maar zwemt terug de rivieren op om zich voort te planten. De jonge zalmen, vaak slechts enkele centimeters groot, moeten op hun weg terug naar zee voorbij de zalmkwekerijen en grote wolken met zeeluizen.
“Het is hartverscheurend te zien hoe deze kleine visjes door de luizen aan stukken worden gereten”, zegt Alexandra Morton van het Salmon Coast Field Station in Broughton. Zij onderzocht voor het artikel in Science de zalmpopulatie in de Broughtonarchipel, waar een twintigtal grote zalmkwekerijen zijn gevestigd. “De roze zalm is een van de laatste wilde dierensoorten die een overvloedige bron van voedsel kan vormen. We zouden die rijkdom moeten koesteren, maar als je op de houding van de Canadese overheid in het verleden mag afgaan, ziet het er niet goed uit.”

Zalmindustrie zaait twijfel

Ondanks studies van Morton en andere wetenschappers en een grote zeeluizenepidemie in 2001 is de zalmindustrie er in 2002 in geslaagd een moratorium op nieuwe kwekerijen te laten opheffen. De Vereniging van Zalmkwekers van British Columbia trekt het artikel in Science in twijfel. Volgens haar gaat het om natuurlijke schommelingen in de wilde zalmpopulatie. Dierenartsen van de Canadese regering hebben ook vastgesteld dat de kweekzalmen relatief weinig luizen hebben, niet meer dan drie per volwassen exemplaar.
Dat neemt volgens Morton niet weg dat één luis kan volstaan om een jonge roze zalm te doden. De jonge zalmen hebben namelijk nog geen schubben om zich te beschermen. Een vrouwelijke zeeluis kan miljoenen larven voortbrengen, genoeg om een ernstige bedreiging te vormen voor de voorbijtrekkende zalmen.
Het pesticide SLICE dat de zalmkwekers tegen de luizen gebruiken, biedt volgens de biologe geen soelaas. SLICE in een krachtig neurotoxine dat het ecosysteem grondige schade kan toebrengen. Daarnaast veroorzaken de zalmkwekerijen grote algenplagen die soms hectaren zeewater oranjerood doen uitslaan.

De vervuiler betaalt

Voor Morton bestaat er slechts één oplossing: de kwekerijen moeten in een gesloten systeem gaan werken in plaats van hun afval in de zee te lozen. In mei 2007 stelde de regering van British Columbia in een rapport voor er binnen vijf jaar voor te zorgen dat de kwekerijen geen afval in zee meer lozen.
“Economen zouden zeggen dat de zalmkwekers hun kosten externaliseren door ze te verhalen op de wilde zalm en de natuur”, zegt Daniel Pauly, directeur van het Visserijcentrum van de Universiteit van British Columbia. “Als het voor de kwekers te duur is om de milieuproblemen om te lossen, zeggen ze eigenlijk dat de natuur de prijs moet betalen.”
Ook aan land spelen zalmen spelen een belangrijke rol in het ecosysteem. Arenden, wolven en beren azen op de zalmen en verspreiden hun karkassen in het bos, waar ze de bodem verrijken voor plantensoorten als de rode ceder en de sitkaspar. Biologen hebben voedingsstoffen uit zalm aangetroffen tot in de toppen van 2000 jaar oude bomen.