Carlos Menem ondermijnt positie van Duhalde
Marcela Valente
28 februari 2002
Volgende week is het economisch noodplan
van de jongste Argentijnse regering twee maanden van kracht, maar de
resultaten ervan zijn nog nauwelijks voelbaar. De prijzen van voedsel en
brandstof en de werkloosheidscijfers blijven stijgen, de buitenlandse
geldschieters willen maar niet toehappen en het aantal demonstraties neemt
hand over hand toe. Temidden van hardnekkige geruchten dat het leger een
staatsgreep voorbereidt, staat de positie van president Eduardo Duhalde nu
ter discussie - ook in eigen partij. Maar Duhalde wil van geen wijken weten.
Ik blijf president tot december 2003, verklaarde Duhalde gisteren
(woensdag). Mijn aanstelling was volledig in overeenstemming met de
grondwet van dit land en ik zal om geen enkele reden afstand doen van het
presidentschap, niet op zo’n kritisch moment. Duhalde werd op 1 januari
aangesteld voor een periode van twee jaar.
De president voelde zich verplicht om te antwoorden op de steeds
aanzwellende roep om vervroegde verkiezingen. Die weerklinkt ook in de eigen
Justicialista partij, zo gaf Duhalde ruiterlijk toe. Twee peronistische
gouverneurs - José Manuel de la Sota van de provincie Córdoba en Néstor
Kirchner van Chubut - hebben met zoveel woorden gezegd dat ze snel
verkiezingen willen.
De verklaringen die Carlos Menem - voormalig president (1989-1999)en nog
steeds de partijleider van Justicialista - eerder deze week aflegde,
ondermijnen Duhaldes positie nog sterker. Als het economisch beleid van de
regering even richtingloos blijft, dan zal er een coup komen zoals die in
1976, verklaarde Menem. Hij voegde eraan toen dat hij alle vertrouwen heeft
in een come-back als president volgend jaar en zwoer dat hij de gemaakte
fouten zou rechtzetten. Voor de duidelijkheid: daarmee bedoelde hij de
fouten van zijn opvolgers.
Defensieminister Horacio Juanarena moest herhaaldelijk zijn best doen om te
ontkennen dat er een legercoup aankomt. De samenleving is voorstander van
een democratie en de legertop zou het niet toelaten. Juanarena erkende dat
er geruchten circuleerden maar beklemtoonde dat de gebeurtenissen wel
zouden utwijzen dat het kwakkels zijn.
De geruchten worden gevoed door een ontmoeting tussen commandant Ricardo
Brinzoni en enkele toplui uit het Argentijnse zakenleven. Ook het gerucht
dat een rechts coalitie de regering wil overnemen en dat het leger dan zal
optreden tegen het straatprotest, worden in de media voortdurend bevestigd
en ontkend.
Zo’n rechtse coalitie zou de steun genieten van onder meer De la Sota, Menem
en Ricardo López Murphy, de voormalige minister van Defensie. Nog volgens de
geruchten zou die regering de dollar willen aannemen als nationale munt.
Eén feit is alvast dat het aantal demonstraties in het hele land toenemen.
Het geduld van de Argentijnse bevolking werd al op de proef gesteld door het
toenemend aantal ontslagen, door het in schijven uitbetalen van de lonen van
de ambtenaren en door de limieten op geldopnames. De regering overweegt nu
ook om een extra belasting op brandstof in te voeren en de sociale
uitkeringen worden teruggeschroefd door de tegenvallende fiscale inkomsten.
Volgende week gaat de regering de prijzen van geprivatiseerde openbare
diensten (bijvoorbeeld nutsvoorzieningen) opnieuw evalueren. En ondertussen
blijven de prijzen van brandstof en voedsel stijgen.
De aanhangers van Duhalde organiseren in Buenos Aires een mars om de
president te steunen, op een niet nader genoemde datum. Ze denken eraan om
een referendum te organiseren om de legitimiteit van de president te
versterken.