China en Birma strijken plooien glad tijdens bezoek
Mitch Moxley
04 juni 2010
De relaties tussen China en Birma (Myanmar) zijn behoorlijk bekoeld, voornamelijk door de Birmese strijd tegen een etnisch Chinese Kokang-minderheid in het grensgebied. Maar op het tweedaagse bezoek van de Chinese premier Wen Jiabao aan het land, dat vandaag (vrijdag) eindigde, was daar weinig van te merken.
De Birmese junta deed er alles aan om het bezoek luister bij te zetten en liet zelfs een speciale postzegel drukken. Het is dan ook het eerste bezoek door een Chinese leider in zestien jaar. Ook de Chinese staatsmedia vlakten de geschillen tussen de twee landen uit en noemden het bezoek “een nieuwe pagina in de samenwerking tussen twee goede buren.”
Of het bezoek ook op langere termijn voor een dooi kan zorgen, is nog niet duidelijk, maar het lijkt wel te wijzen op een wederzijds verlangen om opnieuw de zestig jaar oude win-win situatie te bestendigen: China heeft nood aan de natuurlijke rijkdommen van Birma, terwijl de junta verslingerd is aan Chinese hulp en wapens.
Wen ontmoette generaal Than Shwe en andere topfiguren in de Birmese hoofdstad. De twee leiders “kwamen tot een overeenkomst op veel onderwerpen en tekenden verschillende verdragen”, zegt Jiang Yu, woordvoerder van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Verkiezingen
Het hoge Chinese bezoek komt er in aanloop naar de eerste Birmese verkiezingen in twintig jaar tijd. Die zullen volgens de militaire machthebbers eerlijk en veilig verlopen, maar kunnen internationaal op veel scepsis en kritiek rekenen. Oppositieleidster Aung San Suu Kyi, wiens partij de laatste verkiezingen won, mag van de junta geen rol spelen in de strijd.
China ligt onder druk van het Westen om veranderingen door te drukken in Birma, maar het is onduidelijk of er ook over politiek gesproken is tijdens de ontmoeting. Volgens Zhang Xizhen, professor Internationale Studies aan de Universiteit van Beijing, zal er vooral over economische onderwerpen gesproken zijn.